Terwijl titelrivaal Romain Grosjean telkens uit de problemen blijft, wordt Giedo achtervolgd door pech. De laatste twee GP2-weekenden van het seizoen, in België en Italië, hoopt onze columnist weer te kunnen laten zien waartoe hij in staat is.

Het Formule 1-seizoen is inmiddels over de helft. Ik concentreer me natuurlijk hoofdzakelijk op mijn eigen werk in de GP2 Series, maar ik kijk wel naar wat er verder op de baan gebeurt. We hebben dit jaar al veel mooie races gezien.

Even leek het erop dat Red Bull het seizoen zou gaan domineren, maar gelukkig is inmiddels aangetoond dat ze toch verslaanbaar zijn. De ene keer vormt McLaren de grootste bedreiging, de andere keer is dat Ferrari. Toch blijft Red Bull altijd vooraan meedoen. Ik vind het knap hoe ze zich altijd snel weten aan te passen aan de omstandigheden.

Wat ik ook mooi vind om te zien, is hoe de debutanten het doen. Sergio Pérez is bijvoorbeeld erg goed bezig. Ik ken hem natuurlijk goed uit de GP2, waarin hij vorig jaar mijn teamgenoot was. Ik kan wel zeggen dat ‘Checo’, zoals wij hem noemden, de snelste teamgenoot was die ik ooit heb gehad.

We wisten dus dat hij snel was – je wordt niet zomaar vicekampioen met vijf overwinningen – en dat heeft hij dit seizoen in de Formule 1 ook al een aantal keer laten zien. Met zijn zevende plaats in Silverstone als uitschieter. Het is ook bewonderswaardig hoe hij is teruggekomen na zijn zware crash in Monaco. Ik kan me vinden in de woorden van zijn teambaas Peter Sauber dat hij daarmee heeft aangetoond niet alleen snel te zijn, maar ook met moeilijke situaties om te kunnen gaan.

Ook de GP2-kampioen van afgelopen jaar, Pastor Maldonado, is bezig met een gedegen debuutjaar in de Formule 1. Hij verslaat regelmatig zijn ervaren teamgenoot Rubens Barrichello in de kwalificaties. In de races kan hij zich nog wel wat verbeteren. Voor mij is het echter moeilijk in te schatten wat er speelt binnen de teams, dus ik kan er niet echt over oordelen.

Maar het doet mij in ieder geval deugd dat Pérez en Maldonado goed meekunnen in de Formule 1. In de GP2 heb ik ze immers regelmatig verslagen. Het geeft aan dat ik het niveau van de F1 dus duidelijk aankan.

Terwijl de Formule 1 pas halverwege het seizoen is, naderen wij al de finale van ons kampioenschap. Het begon voor mij heel lekker, maar de laatste paar races ging het moeizamer. In Engeland liep het al wat minder en in Duitsland pakte een agressieve strategie in de eerste race ongunstig uit en werd ik in de tweede race van de baan getikt. In Hongarije werkten de weersomstandigheden niet mee en kwam ik niet verder dan twee vierde plaatsen.

Wat het allemaal nog frustrerender maakt is dat mijn voornaamste concurrent voor de titel, Romain Grosjean, steeds goed wegkomt. Zo won hij de sprintrace in Duitsland nadat Jules Bianchi in de fout ging. Hij heeft telkens mazzel, terwijl Vrouwe Fortuna mij niet echt gunstig gezind is. Het wordt tijd dat ik ook eens wat geluk heb, want dat is toch een belangrijke factor om in de racerij hoge ogen te scoren.

Het kampioenschap is nog niet verloren, dus ik blijf alles geven. De resterende races zouden me goed moeten liggen. Dus ik verheug me op een mooie finale.