Topsnelheid op de rechte stukken en tractie bij het uitkomen van bochten, dat zijn de twee dingen die Ferrari volgens Fernando Alonso moet verbeteren om vooraan mee te kunnen doen.

Alonso finishte in Maleisië – net als twee weken eerder in Australië – als vierde. Niet goed genoeg, weet de Spanjaard, die ook wel weet wat er verbeterd moet worden om zijn Ferrari F14 T competitiever te maken: “We komen tractie en topsnelheid te kort”, vertelt hij aan Autosport.

“Wat topsnelheid betreft is het bekend dat we te kort schieten ten opzichte van de Mercedes-teams. Zij waren zowel tijdens de wintertests als tijdens de eerste twee races sneller, dus op dat vlak hebben we duidelijk nog werk te doen.”

“Qua tractie bij het uitkomen van bochten kijken we naar hoe we het in vergelijking tot Red Bull doen, want we denken dat zij daarin het beste zijn. Dat we ook daar op achterstand staan, hadden we echter wel min of meer verwacht”, erkent Alonso.

“Het is hoe dan ook overduidelijk wat ons te doen staat”, benadrukt Alonso, die denkt dat Ferrari na de Grand Prix van Bahrein progressie kan beginnen te boeken: “In de paar dagen voor Bahrein kunnen we weinig uitrichten, maar we weten wat we voor de races in China en Spanje moeten veranderen aan de auto en dat zullen we dan ook doen.”

Ondanks een seizoensstart die ook Alonso zelf ‘niet ideaal’ noemt, heeft hij er vertrouwen in dat Ferrari – ‘waar iedereen keihard werkt om de achterstand goed te maken’ – zich zal verbeteren. “Aangezien we weten wat ons te doen staat en er alles aan doen het gat naar Mercedes en Red Bull zo snel mogelijk te dichten, zullen we absoluut progressie gaan boeken.”