Welkom in Bahrein, dat sfeervolle, Formule 1-gekke golfstaatje met zijn hartstochelijke racefans.,,Welkom thuis”, begon de man op het podium. ,,Jullie thuis in het Midden-oosten: de Gulf Air Bahrein Grand Prix.” Het was duidelijk dat we hier te maken hadden met een bobo. Waarschijnlijk de Chef-president-directeur-generaal-algemeen manager van een van de investeringsgroepen die hun geld bij gebrek aan zinnige projecten maar in de Fovrmule 1 steken.

Het was namelijk feest in de paddock van het circuit van Sakhir. De organisatie van de Grand Prix van Bahrein had een welkomstfeestje georganiseerd, ,,om jullie allemaal welkom te heten in het land waar jullie zo graag komen: Bahrein.” Eerder die dag vroeg ik Mark Webber wat hij er nou eigenlijk van vond, van Bahrein. ,,Tja, het circuit is een soort landingsbaan met een paar hairpins”, zei hij. ,,Maar het geweldige publiek maakt alles goed.” Hij maakte een wegwerpgebaar.

Op het feestje was Mark nergens te bekennen. Er was wel een band, die erin slaagde de monsterlijkste hits uit de jaren tachtig nog glibberiger te laten klinken dan het origineel. En jongen en een meisje zongen samen ‘Ain’t nobody’ van Chaka Khan. Er werden hapjes uitgedeeld, het was iets met vis, maar ze hadden ook carpaccio. De champagne ontbrak uiteraard niet.

,,Ik hoop dat iedereen die in de Formule 1 werkt vanavond komt feestvieren en genieten”, ging de bobo verder toen de band even pauze nam. De rest van wat hij zei ging verloren toen achter hem in de pitbox bij Toyota een motor gestart werd. Behalve een handjevol journalisten dat uit nieuwsgerigheid op het lawaai was afgekomen, was er sowieso weinig publiek. Alleen een flinke groep zo te zien tamelijk welgestelde Arabieren liet zich alles goed smaken. Gelijk hadden ze, want het waren hun centen die de Formule 1 in 2004 naar Bahrein haalden.

Ondertussen bleef onduidelijk wie de spreker nu precies was. Vlak voor zijn opkomst werd hij aangekondigd als ‘een man die verslingerd is aan Formule 1, voor wie snelheid een passie is.’ Hij begon aan het laatste deel van zijn toespraak. Nu heette hij de debutanten van harte welkom. ,,Ik wens alle coureurs veel succes”, zei hij. Er kwam een spiekbriefje aan te pas. ,,Maar vooral de nieuwelingen: Lewis Hamilton, Adrian Sutil, Anthony Davidson en Heikki….Kovallion!”

Hij was net klaar toen de eerste dikke druppels vielen. Terwijl de jongen en het meisje weer op het podium klommen en de band ‘Gold’ van Spandau Ballet inzette, vluchtte het publiek massaal terug naar het perscentrum. Sommigen grepen nog even snel een toastje met zalm mee. Een kwartier later was het weer stil in de paddock.