Marcus Ericsson was amper vertrokken vanaf zijn mooie negende startplaats, of de Zweed stond al met zijn achterwielen vast in de grindbak. Zijn schlemielige uitvalbeurt zorgde er mede voor dat Sauber met lege handen uit Maleisië vertrekt.

Ericsson – die vanaf de negende plaats mocht starten vanwege de gridstraf van Romain Grosjean – begint voortvarend aan de race: bij de start klimt hij op naar P8. “Nico Hülkenberg reed voor me, maar ik had het gevoel dat ik sneller was dan hij”, aldus de Sauber-coureur.

Hij probeert Hülkenberg dan ook al snel voorbij te steken, maar gaat daarbij pijnlijk in de fout. Ericsson komt in bocht één op het vuile gedeelte van de baan, verliest de controle en schuift in het grind. Hij probeert de marshalls nog te bewegen zijn auto los te duwen, maar die takelen de blauwe bolide onverbiddelijk weg.

“Ik weet dat het mogelijk is om in de eerste bocht buitenom in te halen”, verdedigt Ericsson. “Maar helaas verloor ik de achterkant en kwam ik vast te zitten in het grind. Een frustrerend einde van een goed weekend. Maar goed, ik heb ervan geleerd. In China zullen we nog sterker zijn.”

Nasr

Felipe Nasr slaagt er in de andere Sauber niet in de stunt uit zijn debuutrace (waar hij vijfde werd) te herhalen. De jonge Braziliaan heeft al het hele weekend moeite met zijn auto, getuige ook zijn teleurstellende zestiende startplaats. “Het was lastig, ik kon maar geen goede afstelling vinden voor de auto”, zegt hij.

Tijdens de Grand Prix is Nasr nooit een serieuze kanshebber voor punten – hij rijdt zelfs geen enkel rondje in de top tien rond. Dat de rookie tijd verliest wanneer hij zijn voorvleugel moet laten verwisselen nadat hij daarmee de achterband van Kimi Räikkönen kapot heeft gereden (“Dat had ik beter niet kunnen doen”), helpt zeker ook niet mee.

Meer dan een twaalfde plaats zit er voor Nasr uiteindelijk niet in. “We moeten goed nagaan waarom de snelheid er dit keer niet inzat”, besluit hij. “We kijken uit naar het volgende raceweekend, in China.”