Ferrari-teambaas Stefano Domenicali hoopt dat zijn team met ingang van het Europese deel van het seizoen, dat over drie weken van start gaat in Spanje, mee kan gaan doen om de podiumplaatsen.

 

Er heeft dit jaar natuurlijk al een Ferrari-coureur op het podium gestaan, en dan ook nog eens op de hoogste trede, maar iedereen bij de Scuderia is het er toch wel over eens dat de zege van Fernando Alonso in Maleisië een beetje een gelukstreffer was.

 

Illustratief daarvoor zijn de klasseringen uit de twee races daarna: Alonso en teamgenoot Felipe Massa kwamen in China namelijk als negende en dertiende over de streep, terwijl ze in Bahrein als zevende en negende eindigden en daarbij lieten opteken dat dit ‘gezien onze huidige vorm de best mogelijke resultaten zijn’.

 

Teambaas Domenicali heeft ook al herhaaldelijk erkend dat de Ferrari F2012 geen competitieve auto is, maar hij hoopt dat daar verandering in komt als de Formule 1 in het weekend van 10 en 11 mei in Barcelona aan het Europese deel van de racekalender begint.

 

Voordat het zover is, volgt echter eerst nog een ‘pauze’ van drie weken. In deze periode wordt niet geracet, maar mogen de teams wel een driedaagse testsessie afwerken op het Italiaanse Mugello.

 

Volgens Domenicali worden deze drie weken cruciaal in Ferrari’s poging om het tij te keren, zo verklaart hij: “Wij moeten ervoor zorgen dat we in deze periode een stap vooruit weten te zetten en goed genoeg worden om mee te doen om het podium, in plaats van alleen maar aan schadebeperking te doen door lagere puntenklasseringen bij elkaar te verzamelen.”

 

“Ik hamer er sowieso al een aantal weken bij onze engineers op dat ik in Barcelona de volgende stap wil zetten”, geeft Domenicali verder aan. “Ik verwacht namelijk dat ons harde werk zich vanaf dat moment gaat uitbetalen en we ons ook daarna van race tot race blijven verbeteren.”

 

Technisch directeur Pat Fry sluit zich bij de ambitie van zijn teambaas aan, maar maakt het voorbehoud dat Ferrari’s rivalen uiteraard ook niet stilzitten en vermoedelijk eveneens op oorlogsterkte naar Spanje zullen komen: “Het wordt om die reden dan ook erg lastig om terrein goed te maken”, weet hij.

 

“Wij moeten qua doorontwikkeling dus echt een grotere sprong zien te maken dan onze tegenstanders. Maar aangezien we mee willen blijven doen in de strijd op de titel, is het essentieel dat we er op korte termijn in slagen een stuk competitiever te worden.”