De FIA gaat vanaf de Grand Prix van Spanje nog strenger controleren op flexibele bodemplaten. Alle teams zijn hierover geïnformeerd nadat is gebleken dat verschillende team toch proberen de regels te omzeilen.De kwestie van flexibele bodemplaten stak de kop op in Australië. Daar vroeg McLaren aan Charlie Whiting, de technisch gedelegeerde van de FIA, toestemming om een systeem te gebruiken dat het voorste deel van de bodemplaat een bepaalde mate van flexibiliteit toestaat. Dit verzoek werd afgewezen, maar onderzoek in Maleisië en Bahrein heeft aan het licht gebracht dat meerdere teams werken met een ‘flex-floor.’

De reden hiervoor is volgens de betrokken teams niet het behalen van aërodynamisch voordeel, maar het voorkomen dat het voorste deel van de bodemplaat beschadigd bij het afsnijden van de kerbstones. Een drogreden, stelt de FIA in haar laatste schrijven.

,,Na onderzoek in Bahrein en Maleisië is gebleken dat verschillende teams vloeren gebruiken die flexibel zijn, of niet geheel vlak”, aldus de brief van de FIA, thans ook in het bezit van onze collega’s van Autosport.com. ,,De reden hiervoor is dat de vloer anders zou beschadigen, en hoewel dit deels gegrond is, blijft het in strijd met artikel 3.15 van het technisch reglement.”

De oplossing die de FIA aandraagt is even simpel als doeltreffend. ,,Om te voorkomen dat de bodem beschadigt, moet u ervoor zorgen dat deze bodem niet telkens de grond raakt.” Met andere woorden: de FIA roept de teams op de rijhoogte van hun auto’s te verhogen.

Volgens Autosport.com wil de FIA vanaf de komende race de tests, die de mate van flexibiliteit meet, veranderen. In plaats van 500 NM moeten de vloeren nu 2000 NM kunnen verdragen zonder een noemenswaardige mate van buiging te vertonen.

De teams hebben nog niet gereageerd op het nieuws.

MB