De strijd tussen Force India en Mercedes om de vijfde plaats in het constructeurskampioenschap woedt in alle hevigheid. Een goed resultaat bij de Japanse Grand Prix is voor het Indiaas-Engelse team dus onontkoombaar.

Vorig jaar ging Force India met lege handen naar huis uit Japan. “In de loop van de jaren was het niet ons beste circuit”, zegt teameigenaar Vijay Mallya over Suzuka. “We kunnen dit weekend de aerodynamische update die in Singapore goed werkte verder evalueren, want Suzuka heeft veel matig snelle bochten. Dus met de auto en de coureurs die we nu hebben, kunnen we hopelijk wat punten in de wacht slepen.”

Hülkenberg en Perez

De coureurs van het team uit Silverstone, Nico Hülkenberg en Sergio Pérez, verheugen zich net zo op Suzuka als de meeste andere rijders. “Het is een klassieker, met fantastische bochten in elke sector”, zegt Pérez watertandend. Hülkenberg valt hem bij: “Vanuit de auto voelt het een beetje aan als Spa. Het is een geweldige baan om een Formule 1-auto op de ervaren, heel leuk. Afgelopen jaren heb ik er goed gescoord, dus dat mag dit jaar ook wel weer zo zijn.”

Suzuka mag dan een mooie baan zijn, makkelijk is het circuit zeker niet. “Vooral de S-curves zijn heel technisch. Je moet in die lange doordraaiers precies de juiste balans vinden”, legt Hülkenberg uit. “Het is precisiewerk, maar ook heel technisch, en het is moeilijk om iedere apex goed te raken”, voegt Pérez daaraan toe. De Mexicaan gaat verder: “Omdat er zo veel hogesnelheidsbochten zijn, is het moeilijk dicht naar een voorligger toe te rijden en in te halen. Maar het is mogelijk – twee jaar geleden heb ik nog een mooi gevecht gehad met Jenson Button.”

Net als voor veel andere westerlingen is een uitstapje naar het autosportgekke Japan ook voor Pérez en Hülkenberg altijd weer een belevenis. “De Japanse fans behoren tot de beste die er zijn. Ze houden van de Formule 1 en zijn erg lief voor me”, aldus Pérez. Hülkenberg heeft daar ook ervaring mee. “Op weg naar het circuit staan ze altijd langs de weg uitgebreid naar ons te zwaaien.”