Een wijziging in het safety car-reglement, die ervoor zou zorgen dat de race na een neutralisatie sneller kan worden hervat, is afgelopen weekend in Brazilië van tafel geveegd. Er bleek een aantal aanzienlijke nadelen aan het plan te zitten.

Als antwoord op de kritiek dat het dikwijls te lang duurt voordat de race na een safety car weer hervat kan worden, werd het idee geopperd om achterblijvers toe te staan zich achter de safety car terug te laten zakken tot hun eigenlijke posities. Dat in plaats van de huidige situatie, waarin achterblijvers alvorens zij achteraan kunnen sluiten eerst een heel rondje in moeten halen – waarbij ze zich direct van een ronde achterstand ontdoen. Dat kan even duren, terwijl in de nieuwe opzet het veld binnen één rondje netjes geordend kan zijn.

Om het resultaat van beide scenario’s per saldo hetzelfde te maken, zouden de achterblijvers na het terugzakken een rondje ‘cadeau’ krijgen. Daar wringt echter de schoen, meldt Autosport. Wanneer coureurs een rondje bij krijgen geschreven zonder dat daadwerkelijk te hebben gereden, zou dat om te beginnen de tijdwaarneming danig in de war schoppen. Van de rondentabellen zou ook al niet veel meer kloppen.

Daarnaast zouden de achterblijvers de ronde niet alleen op papier cadeau krijgen, maar ook in benzine. Daar uitten de teams tijdens de vergadering waarin het voorstel in Brazilië besproken werd hun afkeur over. Het zou achterblijvers een groot voordeel geven wanneer zij zich zowel van hun achterstand mogen ontdoen, terwijl ze ook nog eens een rondje extra benzine in de tank houden, was de gedachte.

Staande start

Volgend seizoen staat er hoe dan ook een nog radicalere wijziging van de safety car-procedure te gebeuren. In plaats van een rollende herstart, waarbij de leider in de race het tempo mag bepalen, worden de races dan hervat met een staande start vanaf de startopstelling. Alleen in de laatste vijf ronden of binnen twee ronden van een (her)start wordt de rollende start nog gebruikt. Onder meer Nico Rosberg en Daniel Ricciardo lieten hun afkeer over de ‘te extreme’ reglementswijziging al blijken.