Lewis Hamilton was in de vrije trainingen dominant, maar zag zijn kans op poleposition letterlijk in rook opgaan. Voor de tweede keer op rij faalde de techniek de Engelsman, die daar zwaar van baalt.

Net als vorige week in Duitsland had Hamilton in Q1 van de kwalificatie voor de Grand Prix van Hongarije last van een remprobleem. Dat was dit keer niet per se onoverkomelijk, maar helaas voor de Mercedes-rijder kwam er nog een spectaculair brandstoflek bovenop.

“Ik had mijn eerste vliegende ronde afgebroken en wilde een tweede getimed rondje doen, maar toen ging er iets mis met de remmen en nog in diezelfde ronde gaf de motor plotseling ook de geest”, vertelt een teneergeslagen Hamilton.

Hamilton dacht de pits nog wel te kunnen halen, ondanks dat de achterkant van zijn auto in lichterlaaie stond. “Ik had pas door dat de auto in de brand stond toen ik de rook en vlammen in mijn spiegels zag, maar dacht het alsnog wel tot de garage te redden, in de hoop er iets aan te doen. Het team vertelde me echter de auto te parkeren”, zo verklaart hij zijn noodstop in de pitstraat.

“Het zag er ook niet best uit”, erkent Hamilton, die verzucht dat ‘dit niet meer een kwestie van pech is’. “We moeten ons werk beter doen”, benadrukt hij, doelend op de betrouwbaarheid, of het gebrek daaraan.

Door het door Mercedes later als brandstoflek aangeduide probleem moet Hamilton – tenzij andere coureurs nog gridstraffen opgelegd krijgen – morgen vanaf de laatste startrij beginnen. “Ik heb geen idee wat er in de race mogelijk is”, moet hij toegeven. “Ik ga natuurlijk mijn best doen, maar inhalen is hier schier onmogelijk, dus het wordt waarschijnlijk lastig de top vijf of zelfs maar top tien te halen.”