Stoffel Vandoorne is de nieuwe GP2-kampioen. De Belg had aan een vierde plaats in de sprintrace in Sotsji genoeg om, met nog twee raceweekends te gaan, beslag te leggen op de titel.

In de door Richie Stanaway gewonnen race kwam Vandoorne als vierde over de streep, terwijl zijn titelrivaal Alexander Rossi als zesde finishte. Vandoorne komt zodoende op 277.5 punten, terwijl Rossi op 169.5 punten staat. De achterstand van 108 punten is in de resterende twee raceweekends niet meer te overbruggen voor de Amerikaan, waarmee de Vlaming Vandoorne de GP2-kampioen van 2015 is.

De voor ART GP rijdende Vandoorne, een beschermeling van McLaren, heeft dit jaar absoluut de dienst uitgemaakt in de GP2. De coureur uit Kortrijk heeft niet alleen vijf races gewonnen, hij stond ook nog eens acht verdere keren op een lagere trede van het erepodium.

“Het is geweldig om twee raceweekends voor het eind van het seizoen al tot kampioen gekroond te worden”, vertelt Vandoorne. “Het laat ook wel zien hoe goed dit jaar is verlopen met ART. We hebben de afgelopen twee jaar samen veel moois beleefd en dit jaar zelfs records verbroken.”

Vandoorne had voor aanvang van het jaar ook de opdracht gekregen de titel op indrukwekkende wijze te winnen. Ondanks dat de hoofdprijs al binnen is, zal hij het de rest van het jaar niet rustig aan doen. “Ik wil dit seizoen in stijl afsluiten, met hopelijk nog een aantal extra zeges.”

Wat de toekomst gaat brengen voor Vandoorne, is ondanks zijn successen in de GP2 niet duidelijk. Bij McLaren is geen racezitje vrij voor de 23-jarige, al heeft het team uit Woking wel aangegeven haar best te doen om ervoor te zorgen dat hij in de Formule 1 komt.

De Belg zelf mikt ook zeker op de koningsklasse, bevestigt hij. “Nu ik de titel al op zak heb en de volgende GP2-race pas over een maand is, heb ik de luxe vast aan mijn toekomst te werken. Er staat nog niets vast, maar ik ben optimistisch. Ik denk dat er kansen voor me liggen.”

In Formule nummer 15, donderdag in de winkel en bij abonnees op de mat, staat een uitgebreid interview met Stoffel Vandoorne.