Hoewel het rijden op het Circuit of the Americas in zijn Lotus E22 Romain Grosjean soms deed denken aan een rodeo, staat de formatie uit Enstone er volgens de Fransman best aardig voor in Austin.

“Het leek soms net een rodeo op het circuit”, grapt Grosjean, verwijzend naar hoe lastig zijn E22 te besturen was terwijl hij ‘nog zoekende was naar de juiste set-up’. “En de sterke wind die tijdens de tweede training over het circuit raasde, hielp daar ook niet bij, maar we staan toch hoger op de tijdenlijsten dan eerder wel eens het geval is geweest”, zegt de coureur, die in VT1 overigens laatste was, maar VT2 inderdaad prima op P12 afsloot.

Voor Grosjeans teamgenoot Pastor Maldonado was het ook een wilde rit, maar dat is de Venezolaan wel gewend. Hij wist ondanks dat zijn auto zich ‘op de limiet tricky gedroeg’ dan ook alsnog aardig wat op te steken. “En aangezien we verder ons gehele testprogramma hebben afgewerkt, verwachten we dat de auto zich in de kwalificatie een stuk makkelijk laat besturen als we er mee op zoek gaan naar de limiet.”

Nieuwe neus
Het grootste gespreksonderwerp voor de buitenwacht was wat Lotus betreft overigens niet het rijgedrag van de auto’s, maar het aangezicht. Lotus probeerde in VT1 op de auto van Grosjean namelijk een nieuwe neus uit, een lage variant die qua design op de neus van Ferrari en Mercedes lijkt.

“Het was wel interessant om ermee te rijden, want in bepaalde bochten voelde de auto beter aan, maar in andere bochten juist weer niet”, vertelt Grosjean aan Autosport. “Dat we met de nieuwe neus qua performance achter zouden blijven bij onze reguliere ‘vorkneus’, was iets waar we ons van tevoren bewust van waren, dus het ging er meer om dat alles qua aerodynamica klopte”, meldt de coureur die zo ook zijn laatste tijd uit VT1 verklaart.

“Volgens mij sluiten mijn bevindingen echter aan bij die uit de windtunnel en de simulaties, dus dat is positief. Je kan ons ontwerp niet vergelijken met dat van Ferrari en Mercedes, want die rijden al het hele jaar met zo’n neus, maar de variant voor de auto van 2015 zal ongetwijfeld beter zijn.”

Gevraagd of hij de asymmetrische vorkneus gaat missen die de E22 kenmerkt, antwoordt Grosjean tot slot als volgt: “Nee, ik zal niet rouwig zijn om die neus – en de rest van de auto – straks nooit meer te zien. We moeten het er nog drie races mee doen, maar wat mij betreft gooien ze deze hele auto daarna in de prullenbak. Het spijt me voor de jongens van het team, maar dit is niet bepaald een bolide die je in je huiskamer wil tentoonstellen.”