Na het geruchtmakende incident tijdens Grand Prix van België waarbij Mercedes-coureurs Lewis Hamilton en Nico Rosberg met elkaar in aanvaring kwamen, bracht het team de gemoederen tot bedaren door beide rijders te verbieden met elkaar of het team te spreken. Dat meldt Autosport.

In de tweede ronde van de race op het circuit van Spa-Francorchamps ging het helemaal mis, toen Rosberg bij een mislukte inhaalactie de achterband van zijn teamgenoot aan gort reed. Hamiltons wedstrijd was daardoor om zeep. Mercedes was na afloop van de race, waarin Rosberg met zijn bij de botsing eveneens beschadigde auto tweede werd, woedend op beide coureurs. Daarom verbood het hen contact op te nemen met elkaar, en zelfs met de teamleden.

Terwijl Hamilton en Rosberg in stilzwijgen thuiszaten, zocht Mercedes op de fabriek uit wat er precies gebeurd was. Eerst was het zaak dat de monteursteams van beide kemphanen, die nogal verschillend naar het incident keken, hun geschil bijlegden. Pas toen dat gebeurd was, werden de coureurs naar het Mercedes-hoofdkwartier geroepen.

Waarschuwing

Daar kregen ze goed de wind van voren, wil teambaas Toto Wolff wel toegeven tegen Autosport. “We zeiden: doe dit niet nog eens. Gebeurt het wel opnieuw, dan kijken we of we nog verder willen met deze rijdersbezetting”, vertelt Wolff. “We wezen niet één van de twee aan als schuldige, maar maakten duidelijk dat het al erg genoeg was als ze voor 51 procent debet aan de situatie waren. Er hadden veel mensen heel hard aan de auto’s gewerkt, om updates uit te testen. En dan verpestten ze het in de tweede ronde.”

Dat deed Hamilton en Rosberg inzien dat het zo niet door kon gaan, zegt Wolff. De Oostenrijker vindt dat de affaire het team uiteindelijk sterker heeft gemaakt: “Het heeft ons meer verenigd, want de macht is misschien ietsje verschoven. Niet als in een machtsspelletje, want dat kan niet in een team. Maar we hebben duidelijk gemaakt dat we één team zijn, en dat daar nooit een rijder tussen mag komen. Zo zijn we er supersterk uitgekomen.”