Na vier jaar afwezigheid is er volgend jaar weer een fabrieksteam van Honda actief in een wereldkampioenschap, voor toerwagens. De Japanse autofabrikant heeft een WTCC-auto én motor gebouwd. Wellicht is het een opstap richting een terugkeer naar de Formule 1.

Honda heeft een 1,6-liter turbomotor ontwikkeld voor de Civic die in het WTCC gaat rijden, goed voor 320 pk. Nu blijkt volgens Motorsport-Total dat die motor niet uitsluitend is bedoeld voor het toerwagenkampioenschap, maar dat Honda sowieso al van plan was een kleine motor te ontwikkelen met veel kracht.

De fabrikant wil vooral veel leren in het WTCC, voor een hoger doel. “Wij hopen, en geloven, dat we met de ontwikkeling van de 1.6-liter turbomotor veel kennis over de techniek vergaren. Dat heeft een positief effect in onze volgende stap in de ontwikkeling van een Formule 1-motor”, zeggen twee motoringenieurs van Honda, Kazuo Sakurahara en Masahiro Matsumoto.

Vanaf 2014 is een 1,6-liter turbomotor, met zes cilinders, in de Formule 1 verplicht. De WTCC-motor zal in ieder geval niet de basis vormen van het mogelijk toekomstige F1-blok van Honda. Er kan wel extra kennis mee worden vergaard die bij de ontwikkeling van de Formule 1-motor kan helpen. “De verschillen tussen F1- en WTCC-motoren zijn erg groot”, aldus de twee Honda-ingenieurs.

Vraagt blijft dan aan wie Honda motoren gaat leveren bij een terugkeer in 2014. Een hereniging met McLaren lijkt voor de hand te liggen. Sinds Mercedes een eigen F1-team heeft is de formatie uit Woking geen fabrieksteam meer. En een samenwerking tussen Honda en het team wierp in het verleden ook aardig zijn vruchten af. McLaren-Honda pakte van 1988 tot en met 1991 elke titel.

Meer recenter, van 2006 tot en met 2008, was Honda minder succesvol in de F1. De Japanners namen eind 2005 British American Racing volledig over. In 2006 won Jenson Button de Grand Prix van Hongarije maar in 2007 sloeg het team de plank volledig mis. De windtunnel bleek, toen de RA107 al ontwikkeld was, niet goed gekalibreerd te zijn. De resultaten in de windtunnel kwamen daarom totaal niet overeen met hoe de auto op het circuit presteerde. Ook in 2008 was de Honda niet vooruit te branden.

Toen was Ross Brawn allang begonnen aan de ontwikkeling van de auto van 2009. Het technische reglement ging dat jaar volledig op de schop. Toen Honda eind 2008 de stekker uit het team haalde, vanwege de kridietcrisis, ging het team onder de naam van Brawn GP verder. Vervolgens werd Jenson Button wereldkampioen en pakte Brawn de constructeurstitel.