Motorfabrikant Ilmor heeft zich aangemeld om de goedkope standaardmotor te construeren die de FIA en Bernie Ecclestone in 2017 in de Formule 1 willen introduceren. Dat verklaart eigenaar Mario Illien.

Als alternatief voor de dure 1.6-liter V6 hybride turbokrachtbronnen waar momenteel mee wordt gereden, willen de FIA en Ecclestone vanaf 2017 een klantenmotor introduceren. Het gaat daarbij om een 2.5-liter V6-(bi)turbomotor, welke idealiter door een onafhankelijke fabrikant geconstrueerd wordt, om zo ook gelijk de macht van motorfabrikanten met fabrieksteams – zoals Ferrari en Mercedes – in te perken.

De FIA heeft onlangs de inschrijving voor het leveren van de standaardmotor geopend en Ilmor-eigenaar Illien vertelt nu aan Auto, Motor und Sport dat zijn firma zich als kandidaat heeft gemeld. “We hebben ons ingeschreven”, bevestigt de Zwitser. Ilmor is niet de enige partij die zich heeft gemeld, AER – dat de GP3-motoren maakt en krachtbronnen voor in de endurance-racerij – heeft dat ook gedaan. Cosworth is afgehaakt.

Ilmor werd al eerder genoemd als logische kandidaat, omdat het Indycar-motoren voor Chevrolet maakt en dit 2.2-liter V6-twinturbokrachtbronnen zijn. Het aanpassen hiervan zou niet al te veel tijd en geld moeten kosten, stelt Auto, Motor und Sport. Uiteindelijk wil de FIA een 2.5-liter turbo- of biturbo-motor hebben die minstens 870 pk produceert, niet meer dan 135 kilo weegt en maximaal zes miljoen euro per jaar kost.

De huidige motorleveranciers zijn niet bepaald enthousiast over het plan voor een goedkope klantenmotor. De FIA en Ecclestone maken er echter serieus werk van omdat de huidige motorfabrikanten een voorgestelde prijslimiet voor hun motoren hebben geweigerd. De inschrijving voor de standaardmotor staat open tot 23 november. Een beslissing kan begin december worden verwacht, meldt Auto, Motor und Sport.

Renault
Ilmor en Illien worden de laatste tijd overigens ook geregeld in verband gebracht met het geplaagde Renault. De Zwitser en zijn firma zouden de Fransen wel eens kunnen gaan helpen, zo luidt het. Ilmor zelf ontkende dat aanvankelijk. Nu Renault-topman Cyril Abiteboul ten overstaan van Motorsport.com echter heeft verklaard open te staan voor hulp van buitenaf, houdt Illien het bij ‘geen commentaar’: “Zolang er niets is beslist, zeg ik er niks over.”