Narain Karthikeyan is in tegenstelling tot de coureurs van vorig jaar wel redelijk te spreken over de bolide van HRT: “Zo heel rampzalig is hij niet.”

De HRT F110 staat niet bepaald te boek als een prettige auto. Coureurs als Bruno Senna en Karun Chandhok lieten afgelopen seizoen geregeld weten dat het niet eenvoudig was om de rest bij te houden in het door Dallara geconstrueerde voertuig, terwijl HRT de Italiaanse constructeur al vroeg in het seizoen toebeet dat het een wanprestatie had geleverd en de samenwerking vervolgens beëindigde.

Ook invaller Christian Klien, die slechts drie races achter het stuur van de F110 zat, was niet bepaald lovend over de nukkige bolide. "Het lijkt wel een rally-auto", sprak hij.

Aangezien de auto voor 2011 nog niet af is, moet HRT het in ieder geval tot de test in Bahrein echter nog met de bolide van 2010 doen. De na vijf jaar afwezigheid teruggekeerde Karthikeyan – die vooralsnog als enige voor HRT test omdat het team nog geen tweede coureur heeft vastgelegd – laat aan auto motor und sport niettemin weten niet heel ongelukkig te zijn met de F110: "De auto is inderdaad niet heel makkelijk te besturen, maar het is nou ook niet bepaald een ramp", meent hij.

"Ik voel me sinds de eerste dag achter het stuur eigenlijk wel goed thuis in de auto", vervolgt Karthikeyan, die in tegenstelling tot veel van zijn collega-coureurs ook weinig te klagen heeft over de nieuwe Pirelli-banden: "Ik vind ze helemaal niet zo slecht. De grip is in mijn ogen prima en de slijtage verloopt redelijk geleidelijk, al kan ik de Pirelli's natuurlijk niet met de Bridgestones van de afgelopen jaren vergelijken."

Karthikeyan verklaart tenslotte nog dat hij niet bang is slachtoffer te worden van een stoelendans zoals die vorig jaar bij HRT heeft plaatsgevonden en dat hij zijn comeback vooral als een herstart ziet: "Ik heb een contract voor het hele jaar, dus ik verwacht aan elke race mee te doen. Ik ga in ieder geval alles geven om er het maximale uit te halen. Ik zie dit als een nieuwe kans in de Formule 1."