Roberto Merhi en Will Stevens besluiten een emotioneel zwaar weekend op de vijftiende respectievelijk zestiende positie.

Roberto Merhi en Will Stevens vechten gewoonlijk hun eigen gevecht uit in de achterhoede en beide coureurs konden vandaag hun hart daaraan ophalen. De twee wisselden, door verschillende strategieën, voortdurend van positie. Roberto Merhi kwam uiteindelijk als beste uit de bus, mede doordat Stevens de finish niet zag.

“Vandaag was het niet eenvoudig om gewoon maar weer te gaan racen, maar het is wat Jules Bianchi gewild zou hebben”, laat Roberto Merhi na de race optekenen. “Ik had een goede start en kon zowaar even vechten met de Saubers en Romain Grosjean, maar even later kwam de headrest van mijn auto los te zitten. Die moest ik in de pits weer vast laten zetten, waardoor de strategie zoals we hem in gedachte hadden het putje in kon. Ik denk dat we als Manor tevreden mogen zijn met de vijftiende en zestiende plaats. We hebben vandaag het maximale eruit gesleept voor Jules.”

Will Stevens zag de finish niet. De Engelsman merkte vibraties op aan de rechter achterzijde van de auto, waarop het team besloot Stevens binnen te roepen, aangezien hij toch wel geklasseerd zou worden op vier ronden achterstand. Tot dat moment was Stevens lekker in gevecht met teamgenoot Merhi.

“Het is jammer dat we uiteindelijk de strijd hebben moeten staken, maar we kozen voor de veilige optie”, aldus Stevens. “Ik denk dat we met zijn allen erg trots mogen zijn op hoe we vandaag hebben gepresteerd. Ik hoop dat de teamleden nu kunnen genieten van hun welverdiende rust, zodat we na zomerstop weer scherp aan het vertrek kunnen staan.”