Bij Manor reppen coureurs Will Stevens en Roberto Merhi over een goede vrijdag, na twee vrije trainingen waarin ze – weinig verrassend – telkens op de laatste twee plekken eindigden.

Het gat naar de rest was echter wel omvangrijk. In VT1 was Stevens negentiende op meer dan vijf seconden van snelste man Lewis Hamilton en meer dan twee tellen van de nummer achttien. In VT2 bracht Stevens de achterstand naar de kop van het veld terug tot 4.4 seconden, maar het gat naar de nummer achttien was alsnog 1.2 seconde.

“Het was een goede dag, waarop we veel hebben gedaan”, blikt Stevens terug. “Ik ben sowieso dol op dit circuit en bewaar er mooie herinneringen aan, aangezien ik er vorig jaar in de Formule 1 debuteerde.” Wat dit jaar betreft, moet Manor nog aan de slag met de set-up, vertelt de Brit. “Hopelijk komt het circuit ons daarbij tegemoet. Vorig jaar was dat ook zo. Toen gaf het op vrijdag ook weinig grip, maar werd het daarna steeds beter.”

Teamgenoot Roberto Merhi was in beide trainingen hekkensluiter. Ook bij de Spanjaard ging het echter steeds beter: in VT1 bedroeg zijn achterstand op Stevens nog 1.1 seconde, na VT2 nog ‘maar’ zes tienden. Merhi, die in Sotsji voor het laatst in actie kwam omdat hij plaats moest maken voor Alexander Rossi, is echter vooral blij dat hij weer mag rijden. “Het was fantastisch om weer in de auto te zitten. Ik heb het echt gemist. Dit was mijn eerste keer op dit circuit, maar het bevalt me goed. Ik verheug me zeer op de kwalificatie en de race.”