Het team van Manor is op zoek naar een nieuwe fabriek, maar maakt daarbij niet overdreven veel haast. “Het heeft voor ons niet de hoogste prioriteit”, aldus sporting director Graeme Lowdon.

Manor – het voormalige Marussia, dat afgelopen winter te elfder ure van de ondergang werd gered – werkte de laatste jaren vanuit een fabriek in Banbury, maar deze werd toen het team in essentie failliet was in een veiling verkocht aan het in 2016 op de grid verschijnende Haas F1 Team.

Op het moment opereert Manor dan ook vanuit een uitvalsbasis in Silverstone én de locatie van waaruit het werkte voor het naar Banbury ging: de fabriek in Dinnington van waaruit het opereerde toen het onder de Virgin-naam in 2010 haar Formule 1-debuut maakte.

De basis in Dinnington werd na enige tijd echter niet langer geschikt bevonden, vandaar de verhuizing naar Banbury in 2011. Haast om Dinnington wederom te verlaten, iets wat volgens sporting director Graeme Lowdon wel nodig is, heeft Manor echter niet, zo vertelt hij aan Autosport: “We zijn er wel mee bezig en hebben een aantal locaties op het oog, maar het hoeft niet op stel en sprong te gebeuren.”

“Het zou goed zijn om een nieuwe basis te betrekken, maar het is typisch zoiets dat je in één keer goed wil doen. Het is iets waar je de tijd voor moet nemen. Als we echt enorme haast zouden hebben, zouden we dit vrij snel kunnen regelen, maar we hebben op het moment andere prioriteiten en willen vóór een eventuele verhuizing sowieso eerst alles qua infrastructuur en dergelijke goed op orde hebben.”

Opvallend genoeg staat de fabriek van Manors voormalige rivaal Caterham, waarvoor het doek afgelopen winter viel, te koop. De Caterham-basis in Leafield moet zo’n 7.5 miljoen euro kosten. Of Manor overweegt een bod te doen op het binnenkort onder de hamer gaande object, is niet bekend.