Mercedes zou de stekker uit haar Formule 1-team en motorafdeling hebben getrokken als de sport een aantal jaar geleden niet had besloten over te stappen op de nieuwe V6-motoren. Dat stelt bestuurslid Thomas Weber.

Weber, bij het overkoepelende Daimler AG als bestuurslid de hoofdverantwoordelijke voor research and development, vertelt aan de BBC dat Daimler de Formule 1 activiteiten van dochteronderneming Mercedes beëindigd zou hebben zonder de introductie van de nieuwe regels.

Het nieuwe technische reglement, dat dit jaar is ingegaan en teams verplicht met zuinigere V6-motoren met geavanceerde hybride-technologie te rijden, heeft er volgens Weber namelijk voor gezorgd dat de Formule 1 ‘verkoopbaar’ is gebleven aan het Daimler-bestuur.

“We hebben, meerdere malen, met de gehele bestuursraad van Daimler over onze aanwezigheid in de Formule 1 gediscussieerd en dat was – zeker de laatste jaren, waarin in de Formule 1 nog atmosferische V8-verbrandingsmotoren werden gebruikt – moeilijk te verantwoorden”, zo wijst hij op het gebrek aan ‘relevantie’ van de vorige generatie krachtbronnen voor Daimler/Mercedes als autofabrikant.

“Door de komst van de nieuwe V6-motoren kan ik echter duidelijk maken aan het Daimler-bestuur dat onze Formule 1-afdelingen toegevoegde waarde hebben voor Daimler als concern. De nieuwe motoren zijn immers kleiner, zuiniger en lichter en zitten door de combinatie van een verbrandings- en elektrischemotor vol met nieuwe technologie.”

‘Winnen is niet genoeg’
In gesprek met Autosport voegt Weber daar nog aan toe dat de nieuwe regels echt noodzakelijk waren om de Formule 1-projecten te blijven rechtvaardigen: “Want zelfs het winnen van races is geen steekhoudend argument”, legt hij uit.

“Het winnen van Grands Prix is natuurlijk goede reclame, maar puur voor de naamsbekendheid en om marketingdoeleinden in de Formule 1 blijven zou niet genoeg zijn. Door de nieuwe regels is de Formule 1 echter relevant als nooit tevoren voor onze straatauto’s.”