De FIA heeft de motorfabrikanten Renault en Mercedes toestemming gegeven om hun motoren meer uitlaatgassen te laten uitstoten dan aanvankelijk was toegestaan, hetgeen voor frustratie zorgt bij de teambazen van Red Bull en McLaren.

Het oorspronkelijke plan van de FIA was om – vanaf dit weekend – de uitstoot van uitlaatgassen tijdens het remmen tot twintig procent van het maximale te beperken, maar de autosportfederatie heeft nu aangegeven dat Renault en Mercedes hun krachtbronnen zo mogen afstemmen dat deze een hoger percentage uitstoten.

De reden hiervoor is dat Renault en Mercedes hun motoren al in 2009, nog voordat de door uitlaatgassen geblazen diffusor een issue was, zo ontworpen hebben dat het terugdraaien van de uitstoot de motoren een stuk minder betrouwbaar zou maken.

Kampioenschapsteam Red Bull gebruikt motoren van Renault, terwijl rivaal McLaren krachtbronnen van Mercedes achterin haar bolides heeft liggen. Beide motoren worden op een andere manier gebruikt om de diffusors ‘aan te blazen’.

De Renault-motoren blazen de diffusors tijdens het remmen aan door – simpel gezegd – bepaalde delen van de motor door te laten draaien alsof er vol gas wordt gegeven, maar ervoor te zorgen dat er ondertussen geen aandrijving gaande is. Hierdoor wordt er extra lucht door de motor en vervolgens richting de diffusor geleid, hetgeen extra downforce oplevert.

Bij Mercedes wordt van een andere techniek gebruik gemaakt. Binnenin de Duitse krachtbronnen wordt er – als er geremd wordt of geen gas wordt gegeven – een beetje benzine in de motor geïnjecteerd. Deze benzine wordt vervolgens binnenin de motor ontstoken, waarna de uitlaatgassen zodoende een boost krijgen en ook weer meer downforce opwekken als ze daarna door de diffusor stromen.

Zowel Red Bull-teambaas Christian Horner als McLaren-teambaas Martin Whitmarsh meent nu echter dat de ander voordeel heeft van de door de FIA gedane concessies en hekelt de autosportbond daarom.

Eerst Whitmarsh: “De Renault-motoren mogen nu ineens tot vijftig procent van hun uitlaatgassen uitstoten tijdens het remmen, en dat is denk ik meer dan ieder van ons voor aanvang van dit weekend voor mogelijk had gehouden.”

“Renault is daarnaast al erg lang bezig met het ontwikkelen van de techniek die ze gebruiken en ze hebben daardoor een behoorlijke voorsprong ten opzichte van andere teams. Ik denk daarom dat ze door deze beslissing van de FIA een behoorlijk prestatievoordeel hebben. Zelfs als andere teams en motorfabrikanten zich nu ook op deze techniek gaan richten, zal dat nog wel een tijdje zo zijn.”

“Ik begrijp het standpunt van Renault en Red Bull dat de betrouwbaarheid meespeelt, maar er is nu wel een onduidelijke en rare situatie ontstaan.”

Horner vindt op zijn beurt echter dat het helemaal niet vreemd is dat de Renault-motoren op deze manier gebruikt mogen blijven worden, zeker aangezien er voor Mercedes immers ook een uitzondering is gemaakt.

“Het zou natuurlijk raar zijn om de techniek van Mercedes goed te keuren en die van Renault niet”, meent de teambaas van Red Bull.

“Ik snap echter dat dit voor de FIA allemaal erg moeilijk te reguleren is, al vertrouw ik er op dat ze dit op een eerlijke manier zullen doen en alle motorleveranciers gelijkwaardig behandelen, ook al zijn niet alle motoren technisch gezien gelijk.”

“Wij zijn hoe dan ook niet volledig gelukkig met deze gang van zaken, maar ik weet zeker dat dat voor Martin ook opgaat”, denkt Horner, die wat dit betreft inderdaad bijval krijgt van zijn collega Whitmarsh: “Er zijn veel verschillende regels opgesteld om deze diffusors aan banden te leggen en achteraf gezien zou je kunnen zeggen dat de FIA er beter tot het eind van het jaar mee had kunnen wachten.”

“Het is nu toch een beetje alsof je halverwege een voetbalwedstrijd de doelen op een andere plek neerzet. Onze engineers weten niet precies wat ze nu wel en niet mogen doen en er is een situatie ontstaan waarin een aanvankelijk verbod uiteindelijk op een complexe onderhandeling is uitgedraaid.”