Lewis Hamilton heeft zondag de Grand Prix van Canada gewonnen. De regerend wereldkampioen leidde de race van start tot finish. Max Verstappen finishte als vijftiende.

Hamilton hield zonder moeite teamgenoot Nico Rosberg achter zich. Valtteri Bottas haalde daarachter het eerste podium van het seizoen binnen voor Williams, terwijl Kimi Räikkönen beslag legde op de vierde plaats. Daarachter bekroonden Sebastian Vettel en Felipe Massa puike inhaalraces met respectievelijk de vijfde en zesde plaats.

Geen brokken in de eerste bocht

Hamilton consolideerde bij de start meteen zijn pole position. De rest van het veld volgde de Brit in vrijwel ongewijzigde volgorde en zonder brokken door de altijd krappe eerste chicane. Max Verstappen maakte twee plaatsen goed, en klom naar de zeventiende stek.

De Nederlander belandde onder de staart van de Sauber van Felipe Nasr, maar kon de Braziliaan niet voorbij omdat diens Ferrari-motor duidelijk de meerdere was van de Renault van Verstappen. Uiteindelijk kon Verstappen Nasr pas in de elfde ronde achter zich laten, door zijn Toro Rosso er in de eerste bocht simpelweg naast te planten.

Sebastian Vettel had op moment zijn eerste stop al gemaakt. In de achtste ronde had hij genoeg van de drukte om hem heen, en besloot hij zijn eerste bandenwissel te plegen. De ex-wereldkampioen haalde een nieuw setje softs, en begon aan een opmars door het veld die hem al snel weer aan de staart bracht van Verstappen, die inmiddels ook Fernando Alonso was gepasseerd.

Het Spaans-Nederlandse duo was, in Alonso’s geval met enig duw-en-trekwerk, een eenvoudige prooi voor Vettel. Ook Felipe Massa was op dat moment bezig aan een flinke inhaalrace. De Williams-coureur had zich met onder meer een strakke inhaalactie op Felipe Nasr vanaf de vijftiende startplaats inmiddels opgewerkt naar de zevende plaats.

Raïkkönen in de rondte

Kimi Räikkönen opende vanaf de derde plaats het pitstopfestijn in de kop van de wedstrijd. In zijn outlap verkeek de Fin zich op zijn koude banden, zodat hij spinde in de hairpin. Het kostte hem de derde plaats aan Valtteri Bottas, die na zijn eigen pitstop voor zijn landgenoot terug het circuit op kwam.

Het Mercedes-duo Rosberg en Hamilton vond het na dertig ronden een goed moment om vers rubber te halen. Beide silberpfeile-coureurs wisselden (Rosberg een ronde later dan Hamilton) vlekkeloos naar een setje softs, en hielden met gemak de eerste twee plaatsen vast.

Halverwege de race was Verstappen als enige nog niet gestopt. De Nederlander reed zelfs even op de tiende plaats, waar hij snel vanaf werd verdreven door Daniil Kvyat. Na een robbertje vechten met diens teamgenoot Daniel Ricciardo besloot Verstappen ten slotte in ronde 41 binnen te komen. Op een nieuw setje supersofts stuurde hij zijn Toro Rosso op de zestiende plaats (vanwege zijn tijdstraf van tien seconden) terug de baan op.

Grosjean verprutst race

Vijf ronden eerder had Vettel alweer zijn tweede stop gemaakt, om de knokpartij om de vijfde plaats waar hij met Felipe Massa en Romain Grosjean in was beland te ontwijken. Al vlug bevond de Ferrari-coureur zich weer in de punten, waar hij achter de Force India van Nico Hülkenberg terecht kwam. Die stak de Duitser op spectaculaire wijze voorbij: in de chicane schoot Vettel rechtdoor, terwijl Hülkenberg door zijn eigen schuld achterstevoren ging.

Romain Grosjean, die op weg leek naar een dikke puntenfinish, verprutste niet veel later zijn race door vlak voor de chicane bij het opkomen van start/finish te vroeg terug te sturen na het inhalen van achterblijver Will Stevens. Grosjean raakte de voorvleugel van de Manor, en beide coureurs stuurden direct met schade de pits in. De Fransman van Lotus viel terug uit de top tien, en kreeg bovendien vijf strafseconden aan zijn broek.

Verstappen: vijftiende plaats

Bij Max Verstappen duurde het ondertussen even voor hij op zijn supersofts op tempo kwam. Toen de vaart er bij de Limburger dan toch inzat, waren punten al ruimschoots buiten bereik. Tien ronden voor de finish kon Verstappen nog wel een potje knokken met Marcus Ericsson, maar om meer dan de veertiende plaats ging dat duel niet. Verstappen zag al snel dat hij de Sauber niet voorbij zou komen, en nam genoegen met P15.

Voor het team van McLaren was toen het doek al gevallen. In ronde 47 stuurde Alonso zijn kapotte MP4-30 de pits in, elf ronden later gevolgd door teamgenoot Jenson Button. Ook bij Manor was er voor het eerst dit seizoen een DNF: Roberto Merhi moest opgeven met een defecte bolide.

Op dat moment was er al geen twijfel meer over wie de race zou gaan winnen: Lewis Hamilton had de leiding stevig in handen, en bleef tot de laatste ronde flink op het gas stampen. Het verschil met Rosberg was weliswaar niet groot, maar Hamilton hield de controle over de race van start tot finish in handen. De vlag kon ook uit bij Pastor Maldonado: de Venezolaan haalde met de zevende plek eindelijk zijn eerste WK-punten. Teamgenoot Grosjean ging er alsnog ook met één puntje vandoor.