De normaal zo koele Kimi Räikkönen heeft fel gereageerd op de suggestie dat zijn matige resultaten toe te schrijven zijn aan een gebrek aan motivatie: “Dat heeft er niks mee te maken!”

Räikkönen heeft het moeilijk sinds zijn terugkeer bij Ferrari. De Fin werd toch nog toe in drie van de vier kwalificaties verslagen door teamgenoot Fernando Alonso, finishte in alle vier de races achter de Spanjaard en staat slechts op elf punten, tegenover de 41 van Alonso.

Waarom het nog niet zo lekker loopt, is voor Räikkönen echter overduidelijk: hij heeft Ferrari’s F14 T-bolide nog niet naar zijn hand weten te zetten – al wordt daar inmiddels hard aan gewerkt door team en coureur – terwijl hij verder tijdens een aantal races in het nadeel was door zijn rijstijl en de manier waarop hij met de Pirelli-banden omgaat.

Waar het echter niets mee te maken heeft – zo heeft Räikkönen in niet mis te verstane woorden duidelijk gemaakt – is een gebrek aan motivatie, zoals dat na de race in China door verschillende media werd gesuggereerd: “Dat heeft er echt geen f**k mee te maken”, bromde hij.

“Ik weet echt niet waarom er in de pers telkens weer getwijfeld wordt aan mijn motivatie”, vervolgde hij boos. “Als ik niet gemotiveerd zou zijn, zou ik hier niet eens zijn en al helemaal geen antwoord geven op dit soort vragen.”

“Soms zitten er gewoon mindere races tussen en dat is jammer, maar het doel moet dan zijn om met oplossingen te komen en de weg naar boven weer te vinden. We zijn daar mee bezig en hebben sinds de seizoensopener in Australië ook al veel progressie gemaakt.”