De Red Bull RB11 heeft niet echt hele sterke punten. Dat is na vijf races de conclusie van Daniel Ricciardo, die er dan ook niet op rekent dat het team op bepaalde circuits ineens toch vooraan mee zal doen.

Dat Red Bull problemen heeft met de Renault V6-krachtbron die achterin de RB11 ligt, is inmiddels wel bekend. Dat de tegenvallende prestaties van Red Bull niet alleen aan de motor toe te schrijven zijn, werd eerder al min of meer erkend door kopstukken Christian Horner en Helmut Marko, hetgeen Ricciardo nu in gesprek met Autosport bevestigt.

“In de snelle bochten zijn we bij lange niet niet het snelste, dus we staan er eigenlijk in geen één opzicht optimaal voor”, geeft Ricciardo toe. “Vorig jaar kwamen we ook motorvermogen te kort, maar konden we daarvoor compenseren doordat we toen wel erg sterk waren in de snelle bochten”, verwijst Ricciardo naar hoe de aerodynamica Red Bulls belangrijkste wapen was, maar dat nu niet meer is: “We lijken ons op dat vlak niet verbeterd te hebben.”

“Het lijkt er zelfs op dat we over de hele lijn minder competitief zijn”, vervolgt de Aussie. “Op bepaalde circuits kunnen we wel min of meer aanhaken, maar het ziet er niet naar uit dat we op een specifiek type baan ineens het sterkste team zullen zijn.”

Ricciardo wist vorig jaar drie races te winnen en eindigde als derde in het WK voor Red Bull, ondanks dat de Renault-V6 ook toen lang niet krachtig genoeg was. Het RB10-chassis was – ondanks dat er in het begin enkele problemen waren met de koeling – qua aerodynamica echter ijzersterk.

In de jaren daarvoor, toen Red Bull met Sebastian Vettel in de slotfase van het V8-tijdperk van 2010 t/m 2013 vier wereldtitels op rij won, bleef de Renault-motor qua topsnelheid ook al achter bij de krachtbronnen van Mercedes en Ferrari. Toen wist men hier echter voor te compenseren door de goede aerodynamische eigenschappen van Red Bulls chassis’ en doordat Renault destijds erg sterk was qua engine mapping, het afstellen van de motor.