Caterham reed met de vlam in de pijp in Hockenheim. Helaas voor het team was het niet de spreekwoordelijke, maar de letterlijke variant.

Kamui Kobayashi nam zelf de brandblusser maar te hand om de marshals te helpen zijn smeulende Caterham te redden. “Het ziet ernaar uit dat er een brandstoflek was”, verklaart Kobayashi. “Maar we moeten het nog nader uitzoeken en dan oplossen. Het betekende wel zeker het eind van mijn dag.”

En die ging tot dat moment eigenlijk best lekker. “Beter dan de afgelopen races in ieder geval”, aldus Kobayashi. “De balans was een stuk beter, maar vreemd genoeg hadden we ’s middags wat minder vermogen. Als we de betrouwbaarheid op orde kunnen krijgen, ziet het er redelijk goed uit voor de rest van het weekend.”

Ook teamgenoot Marcus Ericsson ondervond technisch ongemak. “Vanwege een olielek moest ik de auto aan de kant zetten”, vertelt hij. “Maar gelukkig kon mijn auto snel worden teruggebracht naar de pits, zodat ik het laatste half uur toch nog de baan op kon gaan voor een snelle en een lange run.”

“We hadden natuurlijk liever nog meer kilometers gereden, maar de auto voelde in ieder geval beter aan dan in Silverstone”, vervolgt Ericsson. “De veranderingen die we hebben doorgevoerd, zijn gunstig voor mijn rijstijl. Ik denk wat de nog meer progressie kunnen boeken en ik kan niet wachten om dat te laten zien morgen.”