Meer dan een vijftiende plaats zat er niet in voor Kamui Kobayashi in de Grand Prix van Bahrein. Caterham-collega Marcus Ericsson viel uit met een olielek.

Aan het begin van de race kon Kobayashi nog aardig meekomen, ondanks een probleem met het energieregeneratiesysteem. “Dat konden we snel verhelpen en ik haalde Marcus in”, vertelt Kobayashi. “Daarna ging ik achter Bianchi aan en ik passeerde hem na tien ronden. Het tempo was goed en de bandenslijtage was volgens verwachting, dus ging ik na mijn eerste stop op de zachtere banden verder.”

Hij kwam achter Ericsson en Chilton terug op de baan, maar wist die allebei te verschalken. De Lotus van Pastor Maldonado bleek een maatje te groot. Na zijn tweede en laatste stop kwam Kobayashi de Sauber van Esteban Gutiérrez tegen.

“Maar ik moest hem al snel laten gaan”, zegt de Japanner. “Hij zat op een andere strategie, dus het had weinig zin om veel van mijn banden te vragen om met hem te knokken. Na de neutralisatie moest ik brandstof sparen, dus was mijn race feitelijk gedaan. De vijftiende plaats is niet geweldig, maar meer zat er niet in.”

Ericsson bleek dus niet opgewassen tegen zijn meer ervaren teamgenoot. “Hij had een beter tempo in de openingsfase”, erkent de Zweed. “De balans van mijn auto voelde niet bijster goed aan en ik moest ook vroeger naar de pits dan verwacht. Daarna ging het niet veel beter en moest ik Chilton en Kamui voorbij laten.”

Na 26 ronden moest Ericsson de strijd staken vanwege een olielek. “Het is teleurstellend dat ik de race niet uit heb kunnen rijden”, zegt hij. “Zeker omdat de auto beter aanvoelde naarmate hij lichter werd. Maar het hoort allemaal bij het leerproces. Nu kunnen we een paar dagen testen in Bahrein en hopelijk helpt ons dat voor de volgende race in China.”