Sebastian Vettel zette op zondag de nieuwe Ferrari bovenaan de tijdenlijst, maar hecht daar verder weinig waarde aan: “Mercedes deed het beter.”

Sebastian Vettel was met zijn Ferrari SF15-T op zondag de snelste man op de baan. Misschien leuk voor de statistieken, maar niet heel erg relevant. Dat is althans de mening van de viervoudig wereldkampioen zelf: “Rondetijden doen er in dit stadium niet toe. Het gaat erom dat je zoveel mogelijk ronden weet te rijden.”

“Natuurlijk is het beter om wat verder naar voren te staan dan hopeloos onderaan te bungelen, maar qua productiviteit moeten we ons nog kunnen verbeteren”, vervolgt Vettel. “Daarbij kan iedereen een voorbeeld nemen aan Mercedes. Zij reden zomaar ergens tussen de honderdvijftig en tweehonderd ronden. Dat geeft aan dat ze nu al over een betrouwbare auto beschikken.”

De Duitse nieuwkomer bij Ferrari hoopt dat de Mercedes, afgezien van het feit dat hij heel betrouwbaar lijkt, niet zo snel is als die van vorig jaar: “Ik denk dat ik daar niet alleen in sta. Maar aan de andere kant kun je alleen maar je pet voor die jongens afnemen. Ze hebben hun zaakjes erg goed voor elkaar. Het zou me verbazen als ze dit jaar niet ook heel snel zijn.”

Vettel mag dan vooral lof hebben voor Mercedes, hij erkent dat ze bij Ferrari niet eens zo heel ontevreden hoeven te zijn. “Ik had graag meer ronden gereden, maar al met al mogen we best tevreden zijn”, nuanceert hij zijn eigen woorden. “De eerste kennismaking met de auto was redelijk goed, al is het nu nog moeilijk in te schatten welke kant het op gaat.”