Renault zakte in de slotfase van de Grand Prix van Monaco gigantisch door het ijs. Fernando Alonso zakte van de tweede naar de vierde plaats, Giancarlo Fisichella zag zijn aanvankelijk derde plek veranderen in een twaalfde. Oorzaak: enorme bandenslijtage. Pat Symonds, director of engineering bij Renault, legt uit waarom hij niet vreest voor herhaling in de Grand Prix van Europa, aankomende zondag.

Pat, wat ging er precies mis bij jullie in Monaco?

,,We hadden tijdens de race last van extreme slijtage aan de achterbanden. De andere teams gebruikten de zachtere banden en hadden nergens last van, dus moet het zitten in de manier waarop onze wagen met de banden omgaat. Dit probleem is kenmerkend voor een circuit als Monaco, waar hoge eisen worden gesteld aan de achterbanden. Helaas werden wij slachtoffer.’’

Kun je iets zeggen over de coureurs en hoe zij reden in de race?

,,Ik denk dat ze allebei formidabel hebben gepresteerd. Om onder zulke omstandigheden beide wagens aan de finish te brengen, terwijl crashen voor de hand zou liggen, is echt heel knap. Ik wil ze op geen enkele wijze bekritiseren. Fisichella had de pech dat hij voor zijn stop moest wachten, bovendien was de bandenslijtage bij hem nog ernstiger dan bij zijn teamgenoot. Fernando heeft dankzij zijn geweldige rijvaardigheid de vierde plaats gered.’’

Maak je je nu zorgen voor de komende Grand Prix op de Nürburgring?

,,Nee, de Nürburgring is zo fundamenteel anders dan Monaco. Ik zie niet in waarom we daar niet net zo sterk als in voorgaande Grand Prix’ zouden kunnen zijn. We hebben een lesje geleerd in Monaco, en nu moeten we oplossingen bedenken.’’

Deze Vragenvuur werd beschikbaar gesteld door de persdienst van het Formule 1-team van Renault.