Achter Räikkönen was Sebastian Vettel vierde in de andere Ferrari, met Max Verstappen daar dus achter op de vijfde plek voor Toro Rosso, dat Carlos Sainz op een tiende van Verstappen als zesde zag eindigen. Verstappen klaagde in het begin wel over balansproblemen: “De auto is heel instabiel in bocht drie en de tractie is ook niet best”, rapporteerde Verstapen over de boordradio, waarop hij later verduidelijkte dat zijn Toro Rosso STR10 ‘eerst blokkeert bij het insturen van bocht drie, en daarna heb ik vanaf halverwege de bocht last van overstuur’. Verstappen werkte daarna nog een wat langere run af op de harde banden, alvorens over te stappen op de zachte option Pirelli’s voor het oefenen van kwalificatie-runs. Verstappen en Sainz waren daarin te snel voor de coureus van Williams, Lotus en Force India, met een gat van een seconde van Verstappen naar de als veertiende geklasseerde Romain Grosjean. Achteraan
De plaatsen vijftien tot en met achttien werden verdeeld door de Sauber- en McLaren-coureurs, waarbij McLaren-rijder Fernando Alonso door technische problemen tot maar zes rondjes kwam en een achttiende tijd. De Manors waren laatste en voorlaatste, op 1.8 seconde van Alonso.