Heikki Kovalainen gelooft er heilig in dat Renault nog dit jaar weer de aansluiting met de top zal hervinden. ,,We zullen hier sterker uitkomen.’’Dat zegt de Finse debutant in een gesprek met FORMULE 1 RaceReport-medewerker Adam Cooper.

Kovalainen maakte in Maleisië deels zijn mislukte debuutrace in Australië goed. Hoewel hij de toptien in de kwalificatie miste, finishte hij in de race als achtste, goed voor zijn eerste WK-punt.

,,Ik kan over Maleisië meer positieve dingen vertellen dan over de race in Melbourne’’, zegt Kovalainen. ,,Ik heb het gevoel dat ik nu op mijn gebruikelijke niveau reed. Ik verloor alleen wat terrein in de eerste bochten. Ik startte best goed, maar ik kwam Trulli in de tweede bocht tegen, en Fisichella reed aan de buitenkant. Het laatste wat ik wilde was een botsing, dus ik was daar een beetje voorzichtig.’’

,,Webber haalde mij ook nog in, maar ik pakte hem in de eerste ronde nog weer terug. Daarna zat ik vast achter Fisi en Trulli. En ik had niet de snelheid om in te halen. En dat was het dan. Het was een incidentloze race, afgezien van een paar momentjes dat ik de curbstones raakte, maar verder was er niets dramatisch.’’

,,Fisi is altijd erg goed in Sepang, en mijn snelste rondetijd was een halve tiende sneller dan zijn beste. Ik verloor het gewoon bij de start. Met iets meer geluk in de eerste bochten zou ik misschien voor hem zijn gefinisht. Hoe dan ook: ik zat de hele race dicht bij hem. Ik ben niet helemaal tevreden, want het was voor iedereen een zwaar weekend, met motorproblemen en benzinepomp problemen. Dat we met een paar punten naar huis gaan is niet verkeerd.''

Kovalainen zegt niet zozeer geïnteresseerd te zijn in het verslaan van Fisichella. ,,We moeten als team verbeteren. Als je elfde en twaalfde staat op de grid ga ik ook niet iedereen vertellen dat ik mijn teamgenoot heb geklopt. We moeten weer richting top, en daar is ook iedereen op gericht. Ik heb alle monteurs gezegd dat ze hun rug recht moeten houden en hard moeten blijven werken, ook al zitten we nu in moeilijke tijden. We moeten hier doorheen, en ik ben er zeker van dat we er uiteindelijk sterker uit zullen komen.’’

RW