Of je nu vóór of tegen Vettel bent: toen hij in de eerste ronde van de slotrace door Bruno Senna andersom werd gezet, reageerde iedere TV kijkende autosport-adept eender. In elk geval was daar de zekerheid dat we die middag geen saaie race zou gaan zien. Bij zo’n voorval is het vaak de moeite waard om te bekijken wat er in de kantlijn van die race gebeurt.

Ten eerste liet Vettel zien hoe je aan schadebeperking doet. Zodra hij begreep dat een spin onvermijdelijk was, werkte hij die niet meer tegen. In plaats daarvan zorgde hij ervoor, dat hij exact 180° omdraaide, niet meer en niet minder. Daardoor kwamen de achteropkomende rijders slechts twee meter Red Bull tegen, in plaats van vier of vijf meter wanneer Vettel dwars was komen te staan. Zo minimaliseerde hij de kans dat hij door een andere auto zou worden geraakt.

De impact van een botsing tussen twee auto’s wordt grotendeels bepaald door het snelheidsverschil. Vettel weet dit natuurlijk ook. Daarom liet hij zijn auto na de spin in zijn ‘vrij’ achteruit uitrollen, dus in dezelfde richting als de overige auto’s. Daarmee bereikt hij twee dingen:

– de andere coureurs kregen meer bedenktijd hoe hem te ontwij­ken, en

– hij ver­klein­de het snel­heidsverschil in geval van fysiek contact.

Enerzijds denk je: dat moet toch een abc’tje zijn voor een getrainde coureur. Maar anderzijds: hoe vaak zie je dit zo fraai gedemonstreerd?

Na zijn aanvaring met Senna moest Vettel met onbekende schade aan de wagenvloer en het uitlaatsysteem verder rij­den. Op de Red Bull-teleme­trie was een vermindering van de neerwaartse kracht te zien. Daarom liet Newey tijdens de eerstvol­gende pitstop ter compensa­tie de voorvleu­gel vlakker zetten. Ook liet hij een serie foto’s van de zijkant van Vettels maken en uitvergroten. Vervolgens ging hij die voor het oog van de televi­sie­kijkende wereld uitgebreid zitten screen­en. Newey vreesde dat de uitlaat­pijp zou breken. Daarom liet hij de engine map­ping aanpassen om de uitlaatgas­sen zo koel moge­lijk te houden.

Het komt er op neer, dat Vettel en Newey tijdens die race voortdurend precies de juiste dingen. Zo – en niet anders – brachten Newey en Vettel sámen die manke auto naar de finish. Het zag er voor de oppervlakkige kijker misschien uit als appeltje-eitje. Maar het was in werkelijkheid dus kantjeboord, voor de vierde keer in zes jaar.