Esteban Gutierrez ging in Canada vier ronden vóór de finish de banden in. De rijder kwam er snel en onbeschadigd uit, dus niets aan de hand zou je zeggen.

Vier ronden is immers gelijk aan slechts vijf minu­ten rijtijd. Dus laten staan die handel, een gele vlag moet genoeg zijn. Maar nee! Onmiddellijk gingen een ber­gings­tractortje plus een ploegje overijverige ­helpers aan de slag om die gestrande Sauber alsnog ‘in veilig­heid’ te brengen. Met alle gevaren van dien voor de rondrijdende Formule 1-coureurs, om over de veiligheid van de helpers nog maar te zwijgen. Kennelijk was er niemand die besefte dat die auto nooit geborgen zou kunnen worden alvorens die race – en daarmee eventueel gevaar – voorbij zou zijn.

Bovenstaande tekst schreef ik zondagnacht. Op maandagmorgen las ik dat bij deze actie een marshal door deze tractor is overreden en daarbij is omgekomen. Een bizar verhaal en uiteraard bijzonder sneu voor alle betrokkenen. Ik laat echter bewust dit gedeelte van mijn zondagavondtekst staan (en schrap de rest, want dit onderwerp heeft nu voorrang).

Misschien maakt deze gebeurtenis namelijk aan Ecclestone, Whiting en al die andere hotemetoten duidelijk wat er al tientallen jaren aan de Formule 1 ontbreekt: een professionele ploeg baancommissarissen en vooral een systeem met professioneel geschoolde reddingwerkers. Indianapolis geeft al vele jaren het goede voorbeeld voor wie het wil zien. Minimaal zou per land een ploeg vrijwilligers voorafgaande aan een race een gedegen training met goede instructies moeten krijgen. Het zou echter helemaal schitterend zijn als er vaste ploeg naar alle races zou meereizen. De Formule 1 heeft er geld genoeg voor!