Dat Williams na een reeks sterke optredens – en podiumplaatsen – afgelopen weekend in Hongarije niet aan dat niveau kwam, is volgens technisch kopstuk Rob Smedley niet meer dan een incident.

Williams eiste in Oostenrijk, Groot-Brittannië en Duitsland de rol van het tweede team – achter het dominante Mercedes – op, maar kwam daarmee vergeleken in Hongarije niet echt uit de verf, met een vijfde en achtste plek als eindresultaat.

Volgens Smedley is dat echter geen reden voor zorgen. “Hongarije was, zeker als je naar onze vorm in de vijf races daarvoor kijkt, een op zichzelf staand incident”, stelt de Brit in gesprek met Autosport.

“Onze doelstelling om tweede te worden in het constructeurskampioenschap is dus zeker nog haalbaar”, denkt Smedley, die weet dat de komende twee races op circuits gehouden worden waar Williams in dat opzicht alvast een slag kan slaan: “Spa en Monza zijn banen die goed bij onze auto passen, dus daar moeten we gebruik van maken.”

Direct na de Grand Prix van Hongarije liet Smedley al optekenen dat Williams op de Hungaroring vooral last had van de koelere temperaturen op de zondag van de race, terwijl het ook de bandenslijtage niet al te goed wist te managen.

De theorie dat de Williams FW36 alleen goed presteert op snelle, glooiende circuits, wordt niet per se door het team onderschreven. Hoewel eerder werd erkend dat de bolide downforce mist, hebben de updates die Williams voor de bochtige en trage Hungaroring had geprepareerd het team in dat opzicht vooruit geholpen, menen coureurs Felipe Massa en Valtteri Bottas.