Twintig jaar geleden racete ik op de Hockenheimring in de Euroseries Formule Opel. Er is sinds die tijd veel, maar toch ook opvallend weinig veranderd.

Waar in de rest van de wereld het ene moderne Tilke-drome na het andere verrijst, lijken de gebouwen hier op de paddock in de tijd bevroren. En ook de tribunes van het nog steeds imposante stadiongedeelte hebben dringend een likje verf nodig. Het is illustratief voor de onzekerheid die nog altijd heerst rondom de Duitse Grand Prix, die na een jaar afwezigheid terug is op de kalender.

Hoewel Hockenheim nog een contract heeft voor 2018, wordt in de Duitse media volop gespeculeerd dat dit weekeinde misschien wel de laatste Duitse Grand Prix op dit circuit wordt verreden. De interesse voor de autosport in Duitsland is dalende. In de voorverkoop zijn slechts 52.000 tickets verkocht, minder dan de helft van de beschikbare plaatsen. Dat doet vrezen voor de toekomst.

Dat was in de jaren negentig wel anders. Of het nu DTM was, FIA Class 2-supertoerwagens, truckraces of Formule 1, het was altijd volle bak. Bovendien werd er toen nog gereden op de legendarische, dik 6,8 kilometer lange baan, die met z’n onmetelijke rechte stukken door het bos voor extra aantrekkingskracht en extra magie zorgde.

IMG_3147Ik herinner me dat ik met m’n tweeliter Opeltje op weg naar de drie chicanes die de rechte einden onderbraken richting de 280 km/u ging – best hard voor een opstap-formulewagenserie – en dat de gemiddelde snelheid over een rondje 180 km/u bedroeg. Let wel, in 1996 dus; in al die jaren daarna heb ik in steeds moderner wordende raceauto’s nooit meer zo hard gereden.

Mooi was ook de overgang van het Motodrom, het stadiongedeelte, naar het bos. Of je van een drukke stad een eenzame tunnel in reed, zo voelde het. Richting topsnelheid vervormden de bomen links en rechts tot ononderbroken groene strepen, die steeds dichter op je af leken te komen. Het zorgde, ondanks de hoge snelheden, voor een soort mentale rust, een soort eenzaamheid. En andersom, terugkomend vanuit de derde chicane en vervolgens rechtsaf door de bocht Einfahrt Motodrom, was het alsof je van de snelweg weer de bebouwde kom in reed.

Hoe het trouwens ging? Nadat ik in de kwalificatie in de allereerste ronde van de baan was gereden, moest ik de race vanaf de 34ste plek beginnen. Frustrerend, zeker omdat ik de vrije trainingen in de top vijf te vinden was. De tiende plek aan de finish gaf echter na die slechte uitgangspositie toch nog enige voldoening. Het Engelse blad Autosport roemde mijn inhaaljacht zelfs als ‘one of the drives of the race’.

Tja, mooie herinneringen. Ik hoop dat Max er zondag eentje aan toevoegt.

IMG_3134