Max Verstappen is behoorlijk tevreden over zijn prestaties in de kwalificatie voor de Grand Prix van Canada. De Red Bull-coureur veroverde er de vijfde startplaats.

Met zijn snelste rondetijd van 1:13,414 was Verstappen zes tienden van een seconde langzamer dan polesitter Lewis Hamilton. Op teamgenoot Daniel Ricciardo moest hij bijna drie tienden toegeven. En dat terwijl hij tot de laatste minuut van de kwalificatie nog de derde plek in handen had en ’s morgens in de vrije training als tweede eindigde.

Volgens Verstappen kon hij er in de laatste run in Q3 niet alles uit halen door een wijziging die het team aan de auto had aangebracht. “Daardoor had ik iets te veel overstuur.”

Uit de muur
Verstappen had gehoopt iets dichter bij de poletijd te komen, maar desondanks is hij optimistisch. “We staan er weer goed bij en alles is mogelijk voor de race. Het belangrijkste was om uit de muur te blijven en er goed bij te zitten. Dat is gelukt.”

Morgenmiddag vallen er in Montréal mogelijk buien, en dat weer Verstappen ook. “Als er regen valt, dan helpt dat altijd. Ik ga proberen naar voren te rijden, er staan maar vier auto’s voor me. Er zijn nog veel kansen, ik kijk ernaar uit.”

Grote klap
Het had trouwens niet veel gescheeld, of Verstappens teamgenoot Ricciardo had zich helemaal niet voor hem gekwalificeerd. In het rondje waarmee hij Verstappens snelste tijd overtrof, schampte de Australiër de beruchte Wall of Champions. “Het voelde als een behoorlijk grote klap”, zegt Ricciardo.

Hij moest meteen denken aan Toro Rosso-coureur Carlos Sainz, die in Q2 op vergelijkbare wijze de kampioenenmuur had geraakt en daarbij twee wielen was verloren. “Ik dacht alleen maar: laten mijn wielen er alsjeblieft aan blijven tot ik over de streep ben! Daarna mogen ze er voor mijn part vanaf vallen!”, zegt Ricciardo.

Of zijn auto schade op heeft gelopen bij de touché, weet Ricciardo niet. “Gister kwam ik ook al vrij hard in aanraking met de muur. En daarnet voelde de auto ook een beetje wiebelig toen ik over de finish kwam. We zien wel. Als het echt nodig is, laat de FIA ons vast onderdelen verwisselen.”