Zowel Jules Bianchi als Max Chilton haalde in Albert Park de eindstreep. Dat ging niet zonder slag of stoot. Beide Marussia’s startten vanuit de pitstraat en Bianchi werd uiteindelijk niet geklasseerd.

De Fransman eindigde op acht ronden achterstand, nadat hij in de openingsfase stil stond in de pits. De Grand Prix van Australië was in het vervolg een soort testsessie voor hem. “Het probleem bij de start was verontrustend”, vertelt Bianchi, die ervoor zorgde dat de start moest worden uitgesteld omdat zijn auto stuk was. “Ik had niet verwacht nog te racen, maar het team kreeg me toch de baan op.”

“Ik begon met zes ronden achterstand. Door te finishen hebben we toch nog zoveel mogelijk informatie binnengehaald om in de toekomst het maximale uit de motor te halen. Het was meer een test dan een race voor mij. Niet ideaal, maar de gemaakte meters zijn belangrijk en cruciaal om sneller te worden.”

Max Chilton eindigde als veertiende en legt zo de lat voor Caterham gelijk behoorlijk hoog. “Dit was in alle opzichten geen perfecte race”, vindt de Engelsman. “We zijn echter met beide auto’s gefinished en met de veertiende plaats kunnen we leven. De start was natuurlijk verontrustend. Ik maakte me op voor de opwarmronde toen alles in de auto stopte met werken.”

“Ik was bang dat mijn race er toen al opzat. Daarna kon ik toch beginnen en de race eindigen. Het was leuk dat ik vervolgens Marcus Ericsson achterhaalde. We hebben vandaag extreem veel geleerd. Dat helpt met het oog op Maleisië en het ontwikkelen van de wagen.”