Later deze maand volgt een officiële aankondiging van de Formule 1-plannen van USF1. Dit heeft Ken Anderson – een van de twee oprichters – bevestigd. Hij geeft aan het team in Charlotte te vestigen en wil Amerikaanse coureurs de kans geven.Eerst werd de kat uit de boom gekeken, maar langzaam maar zeker wordt er meer duidelijk over het project. Volgens Anderson klopt het merendeel van de verhalen die over de plannen van USF1 zijn geschreven.

Zo bevestigde FIA-voorzitter Max Mosley vorige week al dat de plannen van USF1 serieus genomen moest worden en dat de FIA door het team was benaderd. Anderson wil vanuit Charlotte een plek in de Formule 1 veroveren.

Bijvoorbeeld met Amerikaanse coureurs. ,,Wat niet veel mensen weten is dat er een aantal talentvolle Amerikanen rijden in de lagere klassen in Europa. Zij hebben het potentieel om op termijn uit te groeien tot Formule 1-coureur”, vertelt Anderson tegen de Charlotte Observer.

Wat betreft Formule 1 en Amerika is al jaren sprake van een haat-liefdeverhouding. Momenteel staat er niet eens een Amerikaanse Grand Prix op de kalender. Toch denkt Anderson dat een Amerikaans team geen gekke gedachte is.

,,Sponsoren van het team willen bekendheid in Amerika en andersom kiezen steeds meer Amerikaanse bedrijven ervoor om over de landsgrenzen te kijken. De Formule 1 is dan een uitermate geschikt platform om reclame te maken”, vervolgt hij.

Anderson is niet onbekend met de Formule 1. Hij werkte in de jaren tachtig onder meer voor Willliams, Ligier en Onyx. Toen Onyx failliet ging, keerde hij terug naar Amerika, waar hij als technisch directeur werkte voor onder meer Ganassi en A.J. Foyt Racing.

Andersons partner Peter Windsor heeft eveneens affiniteit met de Formule 1. Windsor heeft als teammanager gewerkt voor Williams en trad later in dienst bij Ferrari. Sinds 1998 volgt de Brit de sport als journalist.

KVN