Het hele seizoen rijdt Robert Kubica al foutloos, maar vaak zat het net even niet mee als het er echt om ging. In Montreal was dat niet zo en viel alles op zijn plek. Tot grote vreugde van de Pool, die zijn eerste zege scoorde en nu ook de titel wil winnen. Een verrassing kon de eerste overwinning van Kubica en BMW Sauber eigenlijk al niet eens meer genoemd worden. ,,Eindelijk”, was de sfeer die er leefde. Natuurlijk werd er gefeest, maar Kubica, nuchter als altijd, kijkt alweer vooruit: hij wil ook de titel winnen.

,,Ik ben ongelooflijk blij. Het is fantastisch om juist hier in Canada te winnen. Vorig jaar rond deze tijd lag ik in het ziekenhuis”, weet de Pool. ,,Het was ons doel om dit jaar een race te winnen. Nou, dat hebben we gedaan. En we leiden in de strijd om de titel. Dat ga ik met hand en tand verdedigen.”

Kubica profiteerde optimaal van hét moment van de race. Dat vond plaats in de pitstraat, waar Kubica samen met Kimi Raikkonen stond te wachten tot het licht op groen sprong. ,,Plotseling hoorde ik een grote knal en zag ik Kimi bewegen. Dat moest Lewis zijn, dacht ik meteen. Daarna wachtte ik maar tot ik weg mocht rijden.”

Toen zag het er nog niet naar uit dat de Pool de race zou gaan winnen. Hij lag namelijk op de tiende plek en verloor veel terrein ten opzichte van Nick Heidfeld, die aan de leiding lag. Stuk voor stuk maakten de overige coureurs hun pitstop en Kubica kwam automatisch weer naar voren.

Hij passeerde Heidfeld na diens stop en bouwde aan een voorsprong. ,,Ten more laps, we need a big push”, vertelde zijn engineer over de radio. Kubica deed precies wat van hem werd gevraagd. ,,Ik moest zestien of zeventien seconden uitlopen om de leiding te behouden.”

Kubica vervolgt: ,,Ik heb als een gek gepusht en een ronde of zeven gereden alsof het een kwalificatie was. Nog nooit heb ik het zo moeilijk gehad, ik deed echt mijn uiterste best. Gelukkig kwam alles goed. Het was een geweldige race. Ik vind het ook geweldig om juist in een BMW Sauber voor het eerst te winnen. Het team en ik zijn als het ware samen opgegroeid.”

KVN