Naast de benoeming van de nieuwe bandenleverancier heeft de World Motor Sport Council nog enkele knopen doorgehakt. Zo keert de 107-procent regel terug.

Vanaf volgend seizoen mogen coureurs in Q1 maximaal zeven procent langzamer zijn dan de snelste tijd om aan de race te mogen deelnemen. In uitzonderlijke gevallen mogen de stewards besluiten een deelnemer alsnog toe te laten. Bijvoorbeeld als een rijder in de vrije training wel competitieve tijden heeft laten noteren.

Naast de coureurs moeten voortaan ook teamleden over een speciale licentie beschikken om in de Formule 1 te mogen werken. Het behalen van deze licentie zal weinig problemen opleveren, maar het geeft de FIA de mogelijkheid om mensen van de paddock te weren bij onacceptabel gedrag, zoals het crashschandaal van Renault in Singapore.

De FIA heeft verder de safety car-regels aangepast om verwarring zoals in Monaco te voorkomen. In het reglement staat nu nadrukkelijk dat wanneer de safety car in de laatste ronde nog op de baan is, of komt, deze aan het eind van de ronde de pits ingaat, maar dat inhalen niet is toegestaan.

Naar aanleiding van de actie van Lewis Hamilton aan het eind van de kwalificatie in Canada, scherpt de FIA eveneens de regels aan. Wanneer na een sessie een brandstofmonster moeten worden afgegeven, moet de auto eerst op eigen kracht de pits hebben bereikt. Deze reglementswijziging gaat per direct in.

Zoals verwacht staat de FIA vanaf 2011 beweegbare vleugels toe, onder bepaalde voorwaarden. Zo mag de rijder er alleen gebruik van maken als dit via de elektronica wordt vrijgegeven. Andere systemen om de aerodynamica van de auto te wijzigen, waaronder de F-duct, worden verboden.

Om het gebruik van KERS aantrekkelijker te maken, wordt het minimumgewicht van de auto’s verhoogd tot 640 kilogram. Veel teams zagen af van het regeneratiesysteem omdat het relatief zwaar is en er geen ruimte overbleef om te spelen met de gewichtsverhouding.

Ten slotte kondigt de FIA aan dat coureurs die onnodig langzaam rijden zich bij de wedstrijdleiding moeten verantwoorden. Dit betreft onder meer auto’s die de pits uitrijden, op de weg terug zijn naar de pits of naar de startgrid worden gereden. De racedirecteur stelt op de eerste trainingsdag de maximumtijden vast, maar kan deze indien nodig gedurende het weekend bijstellen.