Albers baalt van mislukte kwalificatie
Voor Christijan Albers zat de kwalificatie er na de eerste sessie alweer op. Geen schande, want dat is tot nu toe bij alle Grand Prix’ nog zo geweest, maar dit keer had er volgens de Nederlander meer ingezeten. ,,Dit is shit.” Een uur na de kwalificatie treffen we Albers in het Midland-motorhome. Hij oogt kalm. Hij heeft al stoom afgeblazen. ,,Zie je die truck: de ramen zijn nog beslagen,” grapt Albers. Hij lacht. Maar de frustratie is van zijn gezicht af te lezen. Dit was de kans geweest om aan de tweede sessie deel te nemen. Al weken hikt hij er tegen aan. En opnieuw lukt het niet. ,,Het team heeft het verkloot.” Albers windt er geen doekjes om. De 27-jarige kampt het hele weekend al met problemen. Vanmorgen viel hij stil met aandrijvingproblemen. Maar voor de kwalificatie had Midland de auto net op tijd op de rails. Van te voren had het team gepland drie runs te doen. Maar door tijdtekort kon Albers zijn laatste run niet afmaken. Albers: ,,Het team lag te slapen. Zo simpel is het. Maar dit is de eerste en laatste keer geweest.” De oorzaak ligt volgens Albers in het werktempo van zijn monteurs. ,,Het ging allemaal veel te langzaam. Na die eerste stop heb ik meteen aangegeven dat het sneller moest. De tweede stop was al veel beter, maar toen konden we die achterstand niet meer inlopen.” Albers waagde nog een poging. Tevergeefs. ,,Ik heb geen zicht op de tijd, maar ik voelde dat het niet goed ging. Ik zag dat ze te langzaam hun ding aan het doen waren. En dus hadden we terplekke onze strategie moeten aanpassen. En voor twee in plaats van drie runs moeten gaan. In Silverstone wordt de baan met elke tien minuten beter. Als ik gewoon op het laatst mijn tweede run had kunnen doen, dan was er niks aan de hand geweest. Dan had ik me net als Tiago geplaatst voor de tweede sessie.” Na afloop van zijn kwalificatie heeft Albers zijn team apart genomen. ,,Ik wilde weten wat er was gebeurd. Gelukkig dat ze zelf inzagen dat ze het voor mij verpest hadden. Het is belangrijk dat ze zelf zagen dat ze fout waren, want nu komt het nooit meer voor. Daar zorg ik wel voor.” Albers sloot af met een positieve noot: ,,Het pluspunt is dat ik genoeg banden over heb om er morgen bij elke stop nieuwe onder te doen.”