Jenson Button en Fernando Alonso zijn tevreden met hoe de Braziliaanse Grand Prix is verlopen, al kampte Fernando Alonso gedurende de race met nog onduidelijke problemen met zijn krachtbron.

Fernando Alonso finishte de race als zestiende en feit dat hij finishte was reden voor tevredenheid: ‘Dat was het voornaamste doel na alle problemen die we eerder dit weekend hebben gehad.” Dat wil echter niet zeggen dat de tweevoudig wereldkampioen verschoond bleef van technisch malheur tijdens de race. “De auto werkte niet helemaal lekker. Het vermogen schommelde voortdurend in de verschillende versnellingen. Dat was een wat vreemde gewaarwording, maar laten we hopen dat we hier iets mee kunnen met het oog op volgend jaar.”

Lang maalt de Spanjaard niet om de nieuwe motorissues: “Het was een nieuwe krachtbron en het spreekt voor zich dat we geen tijd hebben gehad om de motor af te stellen voor de race. We mogen gewoon blij zijn dat we die hebben uitgereden. We hebben belangrijke data verzameld aangaande het chassis en dat moet ons allemaal helpen om volgend jaar beter voorbereid aan het vertrek te staan.”

Button
Teamcollega Jenson Button kwam als vijftiende over de streep, één positie voor Alonso. Het is niet zozeer de klassering waarover Button na afloop te spreken is, als wel over het gat naar de concurrentie: “De vijftiende plaats is niet geweldig, maar we zaten maar twaalf seconden bij de tiende plaats vandaan. Dat is beter dan we hadden verwacht. Ons concentrerend op onze sterke punten en niet zozeer onze zwakke punten, hebben we enkele aardige gevechten gehad op de baan.”

“Ik heb me dan ook vermaakt en ik denk dat we een stap voorwaarts hebben gemaakt. Dinsdag ga ik naar het McLaren Technology Centre en daar kijken we hoe we nu verder moeten gaan. Ik zou immers niet mijn handtekening hebben gezet onder een nieuw contract als ik niet in Ron Dennis en zijn visie had geloofd. Hetzelfde geldt voor Honda. Natuurlijk wil je altijd sneller gaan, maar we moeten er op inzetten dat wij meer progressie boeken dan de rest gedurende de komende winter.”