In de geschiedenis van de Formule 1 zijn er aardig wat pogingen gedaan een film aan de sport te wijden. Aardig wat pogingen, maar geen aardige pogingen, vindt Noël Ummels. Wat kunnen we verwachten van de laatste poging met Brad Pitt in de hoofdrol?

En, zien we er met z’n allen naar uit? Afgaand op de fantasieloosheid van de titel is het een volgend oncreatief wanproduct, maar ik heb een zwak voor Brad Pitt en het productieteam heeft zijn strepen ontegenzeggelijk verdiend.

Er was een tijd dat je in de paddock struikelde over Sylvester Stallone. Ik geloof niet dat ik het type starstruck ben, zelfs de aanwezigheid van Mick Jagger als gast van Williams deed mij niets, laat staan dat de herhaalde confrontatie met Rocky Rambo me zou treffen als een mokerslag. Waarom hij er zo vaak was? Omdat hij werkte aan een Formule 1-film. Toenmalig commercieel uitbater Bernie Ecclestone zag dat wel zitten als promotie van zijn sport in het toen nog beloofde land de Verenigde Staten, tot hem duidelijk werd op wat voor prutswerk Sly aanstuurde. De poorten van de paddock sloten zich prompt en noodgedwongen nam die de wijk naar de ChampCars.

Genieten om de verkeerde redenen

Ik wilde met eigen ogen zien welk leed ons bespaard was gebleven en ging naar de film, Driven geheten. Een zeer voor de hand liggende maar toch ietsje originelere titel dan F1, gezien de dubbele betekenis: gereden en gedreven. Het verhaal: oude rot komt terug uit zijn pensioen om aanstormend talent de weg te wijzen. Een talent dat het opneemt tegen de Duitse alleenheerser, wat de oorsprong van de film in de Formule 1 verried tijdens de hoogtijdagen van Michael Schumacher. Burt Reynolds speelde een aan zijn rolstoel gekluisterde teambaas die wel erg veel weghad van Frank Williams.

Het was genieten, maar om de verkeerde redenen. Zelden heb ik zo gelachen om een film. Iedereen ging via de boordradio met het talent in gesprek: de engineer, de teambaas, de journalist en – welja – ook de vriendin. En dat weg wijzen moet je letterlijk nemen: het talent werd zelfs ingefluisterd of hij rechts- of linksaf moest. Dat is geen coaching, dat is het werk van een blindengeleidehond. De climax was dat het talent in zijn bolide het circuit verliet en zijn mentor in diens bolide de achtervolging inzette. Tussen het gewone verkeer door, de tijdschriftenkiosk overhoop waaiend, de putdeksels uit het asfalt zuigend. Tja, je kunt nu eenmaal chagrijnig zijn en daar uiting aan willen geven.

Flopt Brad Pitt ook?

Ik weet nog nauwelijks waar F1 over gaat, maar het doet het ergste vermoeden dat de premisse hetzelfde is: oude rot komt terug uit zijn pensioen om aanstormend talent de weg te wijzen. En nu ziet Pitt er heel goed uit en kan hij gerust voor veertiger doorgaan, maar we weten allemaal dat hij zestiger is. Daarmee haal je de geloofwaardigheid van de film al onderuit nog voordat de startlichten gedoofd zijn. Stallone was destijds ook te oud voor de rol, een vijftiger, en met zijn bonkige lichaam in een ChampCar gepropt ook nog eens lachwekkend. Driven haalt op IMDb een gemiddelde score van 2,9 bij de recensenten en bij de reviews een 4,6, maar ik weet zeker dat de cijfers omhoogschieten als je de film opnieuw in de markt zet als komedie.

Feit is dat bij alle pogingen om de magie van de Formule 1 in film te vangen, de flops zich opstapelen. Ik vrees met grote vreze dat ook Pitt spectaculair crasht te midden van een overdosis aan spectaculaire crashes. Maar toch, ik moet het met eigen ogen zien.

Lees hier alles over GP Oostenrijk


De column staat in de nieuwe Classic Special van FORMULE 1 MAGAZINE! Haal ‘m nu in de winkel of bestel hieronder online, met gratis bezorging in heel Nederland