Voor Tom Coronel was de laatste race om het wereldkampioenschap toerwagens in Macau de slagroom op zijn seizoen. De Seat-coureur pakte immers in de voorlaatste race al de titel bij de privérijders en wilde in de voormalige Portugese kolonie vlammen. Dat lukte.

In de kwalificatierace finishte Coronel als zevende na als zesde te zijn gestart. Daar had hij wel wat geluk voor nodig. ,,Na de start van de eerste race zat ik wat opgesloten en moest een vrije lijn zoeken. Dat werd nog lastiger toen ik voor de bocht niet 1 maar 2 versnellingen terugschakelde en bijna tot stilstand kwam. Achteraf was dat maar beter ook, want voor mij schoven al de nodige auto’s op elkaar. Door mijn lage snelheid kon ik precies een gaatje langs de gestrande auto’s vinden en mijn race vervolgen.”

Door zijn zevende plaats startte Coronel in de hoofdrace als tweede. ,,Ik kon in een rechte lijn naar voren rijden, maar in mijn rechterooghoek zag ik Jörg Müller langszij komen. Qua snelheid kon ik hem aanvankelijk bijhouden, maar in zijn slipstream kwam ook Farfus mee en die raakte mij in de volgende rechterbocht. Na de klap met de vangrail stonden de wielen onder mijn auto scheef en ik verloor enige plaatsen.”

De schade had niet al te veel invloed op de wegligging van de auto. Dat kon van veel anderen niet gezegd worden: de traditionele schroothoop was ook in deze editie van de race in Macau al snel een feit. De safetycar neutraliseerde de race voor korte tijd. ,,Ik reed als vierde achter twee fabrieks SEAT’s en leider Jörg Müller”, vertelt Coronel. ,,Na het terugvallen van Peter Terting schoof ik nog een plaats op en lag op een keurige derde plaats. Meer zat er niet in, omdat ik toch wat snelheid miste. Mijn teammanager verklaarde na afloop dat alle twee de voorwielen ieder een eigen kant op stonden en dat het een wonder was dat ik nog zo goed mee kon komen. Al met al dus een succesvol weekend.”