Formule 1-verslaggever André Venema houdt tijdens de Australische GP speciaal voor deze website een dagboek bij, waarin hij vanuit de paddock verhaalt over roddels, trends en het laatste nieuws.

Volg het rookspoor in de paddock en je vindt hem vanzelf. Over wie ik het heb? Paul Stoddart natuurlijk. Australiër, miljonair, levensgenieter, voormalig teambaas van Jos Verstappen, Christijan Albers en Robert Doornbos en al zijn hele leven een hartstochtelijk roker. Stoddart verdient bij Formula 1 Experiences tegenwoordig een centje bij met zijn tweezitters: oude Minardi’s die nog steeds hard gaan en krijsen.

In Melbourne loop ik hem in de paddock tegen het lijf. Even bijpraten over van alles en nog wat, herinneringen ophalen aan de dagen dat hij de baas was van Minardi en Formule 1 een andere wereld. Verhalen zat. Gisteren vroeg ik hem terloops of hij heeft meegekregen dat Doornbos en zijn voormalige financier/sponsor Harry Muermans in een fel juridisch gevecht zijn verwikkeld. Het gerechtshof in Den Bosch oordeelde onlangs dat de oud-coureur de Limburgse zakenman ruim tien miljoen euro moet terugbetalen.

“Natuurlijk heb ik daarover gehoord”, zegt Stoddart. “Maar ik kan er geen commentaar op geven. Ik ken alle details niet. Snap je?” Zeker. Maar was Muermans in zijn ogen nou een sponsor of een investeerder, zoals de Limburger zelf beweert? Stoddart houdt zich op de vlakte, antwoordt behoedzaam. “Ik denk dat Harry wel wat geld zal terugkrijgen. Maar niet het hele bedrag.”

De zaak zal ongetwijfeld een vervolg krijgen. Het is vandaag op de racedag druk in de paddock. Veel Australische sterren zijn uitgerukt. Ik herkende onder meer een chefkok uit de populaire serie Masterchef Australia. Reinout ‘Arnie’ Oerlemans is er ook. Tot slot hoorde ik nog een nieuwtje van een Duitse collega: Mick Jagger komt eind mei naar de GP van Monaco. Dan weet u dat alvast…

Het dagboek van zaterdag lees je onder de foto!

Dagboek uit Melbourne (4): Zeg Sebastian, wat is het beroep van je kapper? ‘Slager’

De bijtende opmerkingen waren natuurlijk niet van de lucht. Sebastian Vettel presenteerde in Melbourne zijn nieuwste, opmerkelijke kapsel en dat heeft hij geweten. De reacties op social media – kanalen die Vettel als de pest mijdt – waren niet erg positief. “Is hij bij de kapper tijdens het knippen soms vergeten zijn petje af te doen?”, vroeg een fan zich op Twitter vertwijfeld af. Zelf reageerde hij heel gevat, toen collega Ralf Bach van het Duitse Sportbild hem vroeg wat het beroep van zijn kapper is. “Slager”, grijnsde Vettel.

Het regende vandaag in Melbourne (een stad waarin je op één dag alle vier seizoenen voorbij kunt zien trekken) lang en veel. Putten stroomden over, mensen verzopen bijna. De paddock leek uitgestorven, de motorhomes zaten bomvol. Het kostte mij aanvankelijk een vraaggesprek met Luis Garcia Abad, de manager van Fernando Alonso. We hadden om twaalf uur afgesproken voor een verhaal in de populaire rubriek in FORMULE 1 paddock people.

“Waar moeten we in hemelsnaam gaan zitten?”, vroeg de Spanjaard zich af. Daar had hij een punt. In het kleine motorhome van McLaren, de werkgever van zijn beroemde klant, was geen plaats. De ramen waren beslagen, mensen stonden zelfs koffie te drinken. We praatten wat verder. Garcia Abad vertelde over Leaseplan, dat Alonso heeft gesponsord. “Nederlands bedrijf. Hebben we nog steeds een goede relatie mee.”

Een kwartiertje later kwam Carlos Sainz even buurten. Sainz senior in dit geval, een grootheid in Spanje. Natuurlijk kwam zijn zoon ter sprake. Die voelt zich volgens pa zeer op zijn gemak bij Renault. En volgend jaar misschien weer teamgenoot van Max Verstappen? “Dat ligt niet in zijn handen”, zei Sainz senior. “Raar eigenlijk: het seizoen is nog niet begonnen en nu beginnen de geruchten over volgend jaar alweer.” Garcia Abad knikte. “Formule 1 is een aparte business.”

Zo is het.

Het dagboek van vrijdag lees je onder de foto!

Dagboek uit Melbourne (3): Max gaat snel vandaag. En niet alleen op de Melbourne Walk

De Australische GP is in veel opzichten enig in zijn soort. De sfeer is relaxt, in de mudvolle (gratis) trams op weg naar Albert Park voel en zie je vier dagen lang opwinding bij de fans. Maar er is nog iets wat het evenement van alle andere onderscheidt: de Melbourne Walk. Een weg van misschien net honderd meter waarover de coureurs en andere Formule 1-prominenten vanaf de parkeerplaats naar de paddock wandelen.

Die trip kunnen ze niet ongestoord maken. Het is een heilig stuk asfalt waar fans urenlang achter dranghekken staan te wachten voor een selfie en/of een handtekening. Er is een mevrouw die de diverse artiesten via de luidsprekers aankondigt (and now arriving on the Melbourne Walk: from Australia, your own Daniel Ricciardo!), zodat de fans zich op de komst van hun favoriet kunnen voorbereiden. Op de website van de Australische GP staan de openingstijden van de Melbourne Walk zelfs vermeld. Alles voor de fans: laat dat maar aan de organisatoren hier over.

Helmut Marko neemt alle tijd voor de grote schare belangstellenden. Red Bulls topman laat zich de belangstelling van de fans goed smaken. Lokale held Ricciardo is ook minimaal twintig minuten onderweg. Geen moeite lijkt hem teveel. Max Verstappen draait om even voor tienen zijn Aston Martin DB11 – de auto die hij woensdag tijdens een evenement in Melbourne eigenhandig met een spuitbus artistiek heeft opgepimpt – de parkeerplaats op.

De Nederlander is populair bij de Australische fans, zo blijkt. In het kielzog van teambaas Christian Horner krabbelt hij – in korte broek, sneakers en met onafscheidelijke cap – zijn vingers blauw. Professioneel baant hij zich een weg naar de ingang van het rennerskwartier. “Wow, Max gaat snel vandaag”, grapt James Ranson, die hem als persattaché namens Red Bull overal vergezelt.

Verstappen wil vandaag eigenlijk maar één ding: zo snel mogelijk de auto instappen en trappen. Want na bijna vier maanden is het schaduwboksen voorbij. Helpers weg voor de eerste ronde!

Het dagboek van donderdag lees je onder de foto!

Dagboek uit Melbourne (2): De traditionele fotodag is een verplicht nummer. Maar wie doe je er een plezier mee?

Vandaag was de traditionele fotodag. Dat gaat ongeveer zo: alle coureurs komen op een vooraf vastgestelde tijd naar het einde van de paddock om in een lommerrijke omgeving onder een grote witte parasol en in vol ornaat (met helm in de hand) te poseren voor een leger fotografen. Het is een verplicht nummer en dat weerspiegelt zich in het gezicht van de meeste coureurs: die staan doorgaans niet in de vrolijkste stand.

Ik heb het schouwspel vanaf de zijlijn een tijdje geobserveerd. Het was een ietwat gênante vertoning. Nico Hülkenberg poseerde exact 47 seconden (met gele sponsorpet op) en hield zijn gezicht netjes in de plooi. Hij draaide op verzoek van de fotografen een keer en dat was het. “Dit slaat nergens op”, zei een Amerikaanse fotograaf. “Het is zo ouderwets, wie doe je hier een plezier mee? Ik weiger hier beeld van te schieten.”

Max Verstappen werkte, net als zijn collega’s, professioneel mee. Met gesponsorde zonnebril op de neus (een nieuwe partner van Red Bull) bleef hij een hele minuut langer staan dan zijn Duitse collega Hülkenberg. Maar dat kwam omdat Peter van Egmond, de huisfotograaf van FORMULE 1, nog een speciaal verzoek had dat door hem werd ingewilligd.

En zo duurde de donderdag voor de meeste fotografen lang. Een minuutje voorspelbare plaatjes schieten en vervolgens weer een kwartiertje op de volgende klant wachten. Tot slot hoor ik iedereen die ene, prangende vraag stellen: wie van alle coureurs poseerde nou het kortst?

Kimi Räikkönen, zo had een Britse fotograaf met de hand getimed. Wie anders?
Het dagboek van woensdag lees je onder de foto!

 

Dagboek uit Melbourne (1): Meer spanning in 2018? Vergeet het, Mercedes is volgens Zak onaantastbaar

Het maakt niet uit naar welke Grand Prix je gaat: altijd en overal ter wereld kom je onderweg wel ergens een collega, volger of F1-teampersoneel tegen. Soms schud je alleen een hand of geef je ter herkenning een beleefde hoofdknik. Soms ook maak je een praatje, zoals afgelopen maandagnacht. Op weg naar Melbourne wandelde ik tijdens de korte tussenstop in Singapore rustig naar gate A17. Daar zat McLarens topman Zak Brown eenzaam en alleen op zijn zaktelefoon te turen.

Vorig jaar sprak ik de Amerikaan uitgebreid in China, onder meer over zijn raceloopbaan die zich in zijn jonge jaren voor een belangrijk deel in Nederland heeft afgespeeld. “Dat is alweer lang geleden”, grijnsde Brown, altijd spraakzaam en meestal in voor wat smalltalk. Ik vroeg hem nadat we wat onderlinge beleefdheden hadden uitgewisseld hoe McLaren ervoor staat. Goed, zei hij. “Maar de betrouwbaarheid is een punt van zorg.” Dat weten we na alle panne in Barcelona.

Opmerkelijker vond ik het antwoord op de vraag welk team er volgens hem na de wintertests in Barcelona het beste voor staat. Resoluut en zonder te nadenken zei Brown: “Mercedes. Geen twijfel over mogelijk. Die zijn nog sterker dan vorig jaar. Dat Lewis gelooft dat Red Bull in Melbourne de beste auto heeft, is lief van hem. Maar dat zegt hij alleen om de anderen een beetje hoop te geven. Niemand zal Mercedes kunnen verslaan.” Oef, dat belooft weinig goeds voor Max Verstappen & co als we hem moeten geloven…

Na een lange reis (21 uur zuivere vliegtijd) constateerde ik met ernstig slaaptekort dat de woensdag in Melbourne een gebruikelijke woensdag was, waarbij de prachtige teamkleding van Alfa Romeo Sauber en Mercedes me meteen bekoorden. Buiten de paddock werden de laatste likjes verf aangebracht, de diverse podia afgebouwd en was het volumeniveau van de muziek in de luxe gastenlounge zo te horen ruim voldoende. Er hing in Albert Park een zomerse en opwindende geur in de lucht: het feest gaat weer beginnen!

Zonde dat Zak de uitkomst al heeft voorspeld.