Aanstaande zondag begint het Formule 1-seizoen dan eindelijk écht. Noodgedwongen is Australië opnieuw de gastheer van de aftrap. In de jaren ‘60 was Australië samen met Nieuw-Zeeland standaard de plek waar de F1-teams het eerst in actie kwamen, om te vechten voor de Tasman Cup.
Door: Bouke van den Berg
Gemeenschappelijke testsessies waren destijds nog een uitzondering. Zodra het seizoen was afgelopen ging het gros van het F1-veld naar Australië en Nieuw-Zeeland, om mee te doen aan de Tasman Cup. Een soort winterkampioenschap, waar de teams en coureurs een beetje vakantie namen, een beetje raceten en ook zo nu en dan nieuwe onderdelen of ideeën uittestten.
De eerste races werden in 1961 georganiseerd. De Tasman-races bleken in trek te zijn en daarom werd in 1964 de Tasman Cup opgestart. De races vonden plaats in Australië en Nieuw-Zeeland. Zeker in die periode kwamen aardig wat coureurs uit de Formule 1 daar vandaan. Oudgediende Jack Brabham is Australiër. Eeuwige pechvogel Chris Amon is een Nieuw-Zeelander, net als bijvoorbeeld Bruce McLaren.
Het kampioenschap draaide al snel uit op een succes. De Australiërs en Nieuw-Zeelanders kwamen massaal af op het evenement en alle noemenswaardige Formule 1-coureurs reden in de winter races ‘down under’: Jim Clark, John Surtees, Graham Hill, Phil Hill. Stuk voor stuk wereldkampioenen dus.
Het reglement week iets af van de Formule 1-regels. De literinhoud van de motoren mocht niet groter zijn dan 2,5 liter, terwijl het F1-veld werd aangedreven door drieliters.
Voor Ferrari liep het seizoen 1969 uit op een fiasco. De Italiaanse renstal won geen enkele race en scoorden maar zeven punten. In alle elf de races. Hier was Enzo Ferrari uiteraard niet blij mee. Tijdens de voorbereidingen in Australië en Nieuw-Zeeland ging het nog zo goed!
Sterker nog: Amon was in de winter ontketend. De coureur die altijd pech had, waarvan werd gezegd dat als hij in de uitvaartwereld zat, mensen zouden stoppen met doodgaan, liet in de Tasman Cup zijn ware potentieel zien. Hij won de eerste twee races van het kampioenschap, in Pukehoke en Levin. De twee wedstrijden daarna, in Wigram en op Teretonga Park eindigt hij beide keren als derde.
De vijfde race op de kalender vond plaats op het circuit van Lakeside bij Kurwongbah, een stadje op zo’n twintig kilometer van Brisbane. Het kleine plaatsje organiseerde op het circuit in 1969 de officieuze Grand Prix van Australië, verreden op een eenvoudig, kort circuit van ruim 2,4 kilometer, met louter snelle bochten.
Ferrari was tijdens de eerste vier Tasman-races in 1969 dus al de graadmeter. Amon en zijn teamgenoot Derek Bell waren op Lakeside echter helemaal niet te kloppen. Amon vertrok van pole position en greep bij de start al gelijk de leiding voor regerend wereldkampioen Graham Hill in zijn Lotus. Bell klom later in de race op naar de tweede plek.
Jochen Rindt, die een jaar later postuum wereldkampioen zou worden, eindigde de race niet vanwege een technisch mankement. Ook Hill moest afhaken. Teams reden nog niet zo lang met voor- of achtervleugels, dat verschilde nog per renstal. De achtervleugel van Hill kwam in de loop van de race los te zitten, en schuurde over zijn linker achterband heen. De Brit eindigde de race uiteindelijk als vierde achter lokale held Leo Geoghegan.
Amon zat als Formule 1-coureur vaak in de hoek waar de klappen vielen. Nooit won hij een officiële Grand Prix. Toch was iedereen overtuigd van zijn talent. Dat bevestigde hij al door in 1966 de 24 uur van Le Mans te winnen samen met zijn landgenoot Bruce McLaren. Hij onderstreepte zijn talent nog eens door de Tasman Cup van 1969 nagenoeg te domineren.
In Lakeside reed hij iedereen op teamgenoot Bell na op een ronde achterstand. Amon eindigde de race uiteindelijk bijna 24 seconden voor zijn teammaatje. Zoals gezegd was Lakeside geen lang circuit, en waren de 67 ronden in iets meer dan een uur al afgelegd. Amon won de Tasman Cup van dat jaar dus met ruime overmacht. De slotrace op Sandown schreef hij ook nog op zijn naam.
De Ferrari’s waren in de winter van 1969 dus niet te kloppen. In het seizoen dat er op volgde kon het team geen vuist vormen tegen bijvoorbeeld Matra en Brabham. Snelheid in de winter zegt dus niet altijd alles.