Red Bull-teambaas Christian Horner maakt zich er niet druk om dat de concurrentie probeert de bolide van zijn team na te maken: “Zo makkelijk is het niet.”

Veel renstallen kijken met ontzag naar de door Adrian Newey ontworpen RB6 van Red Bull. De auto was namelijk al goed voor zeven polepositions en drie overwinningen. Dat hadden er zelfs nog meer kunnen zijn, maar Red Bull kende regelmatig pech en gooide een aantal keer haar eigen glazen in.

Desondanks lijkt de consensus te zijn dat Red Bull de snelste auto heeft, en mag het geen verrassing zijn dat andere teams bij de ontwikkeling van hun bolides afkijken bij Red Bull.

Een voorbeeld hiervan is het uitlaatsysteem van de RB6. Red Bull was lange tijd het enige team dat uitlaten had die naar beneden wijzen in plaats van naar boven. Hierdoor gaan de uitlaatgassen onder de auto door, en worden deze door de diffusor gebruikt om de bolide vaster op de weg te 'zuigen'. Dit weekend verschijnt Ferrari echter met een eigen interpretatie van het systeem aan de start, terwijl ook Renault, Williams en McLaren aan een variant werken.

In gesprek met Autosport laat Horner weten dat andere renstallen in zijn ogen weinig voordeel halen uit het imitatiegedrag: "Het is heel moeilijk om specifieke onderdelen uit te kiezen en deze na te maken", zegt hij. "Zeker als het onderdelen zijn die niet passen bij het originele ontwerp van een auto."

"Ons uitlaatsysteem is bijvoorbeeld niet het enige wat ons snel maakt", vervolgt de teambaas. "Het gaat om een combinatie van factoren."

Toch kan ook Horner niet ontkennen dat het logisch is dat andere teams naar Red Bull kijken voor inspiratie. Hij ziet het zelfs als een compliment: "Als je een snelle auto hebt, is het onvermijdelijk dat de rest probeert je te kopiëren."