Door het behalen van zijn zevende wereldtitel vorig jaar, is Ferrari-piloot Michael Schumacher statistisch gezien de meest succesvolle Formule 1-coureur ooit. Toch krijgt hij weinig respect van jonge coureurs. Volgens de 36-jarige Duitser vinden rijders als Alonso en Räikkönen het alleen maar mooi dat hij hen tot nog toe dit jaar niet kan bijbenen. Schumacher kan die houding echter wel begrijpen. ,,Ook ik had geen ontzag voor de grote namen toen ik net begon”, vertelt de geboren Kerpenaar, die het in het zijn debuutjaar 1991 moest opnemen tegen mannen als Senna, Prost, Piquet en Mansell. ,,Zo werkt het gewoon niet. Toen ik voor het eerst achter het stuur zat van een Formule 1-bolide wilde ik gewoon iedereen verslaan. Dat is nu overigens nog steeds zo.”

Toch kijkt ‘Schumi’ in het kampioenschap momenteel tegen een ruime achterstand aan. Renaults Alonso, leider in de titelstrijd, heeft een voorsprong van 29 punten op Schumacher. ,,We begonnen het jaar met veel technische problemen”, vervolgt hij in The Sun. ,,Ons eerste doel was om de betrouwbaarheid op orde te krijgen. Dat heeft ons die achterstand opgeleverd.”

,,Nu behoren die betrouwbaarheidsproblemen tot de verleden tijd en beginnen we op snelheid te raken.” De titel wil hij dan ook nog niet uit zijn hoofd zetten. ,,We hebben weliswaar nog een kleine achterstand, maar Ferrari is wel een team dat het tij snel kan keren”, eindigt Schumacher.