De terugkeer van een Nederlandse Grand Prix is weer een stapje dichterbij gekomen. De gemeente Assen en de provincie Drenthe ondersteunen het plan voor een Formule 1-race op het TT Circuit.

Een GP in Assen past, zo stellen beide overheden, goed bij de ambities van zowel de gemeente Assen als de provincie Drenthe. Een Formule 1-evenement ‘heeft grote internationale uitstraling en levert een positieve bijdrage aan de regionale economie’, zo luiden de belangrijkste conclusies uit een rapport dat in opdracht van beide partijen is opgesteld.

Opdracht was een verkenning uit te voeren naar de consequenties van de komst van de Formule 1 naar Assen. Het college van Gedeputeerde Staten en B&W van Assen nemen op basis van het rapport een positieve grondhouding aan om samen met de betrokken partijen te kijken of de Formule 1 naar Assen kan worden gehaald. TT-voorzitter Arjan Bos wil daar serieus werk van maken. Volgens hem is er vanuit het bedrijfsleven ook veel interesse.

Provincie en gemeente verwachten dat er draagvlak is voor de komst van de Formule 1, zowel bij overheden in Noord-Nederland als het bedrijfsleven. “Ik zie dit als een kans voor Drenthe”, zegt gedeputeerde Henk Brink. “Samen met ons is heel Noord-Nederland enthousiast over de komst van de Formule 1. Het binnenhalen daarvan zorgt voor een geweldige economische spin-off in de regio. Het zorgt voor reuring en zet Drenthe in één keer op de wereldkaart.”

Burgemeester Marco Out van Assen is er vast van overtuigd dat de komst van de Formule 1 in velerlei opzichten een spektakelstuk zou zijn. “Het circuit leent zich qua infrastructuur heel goed voor de race, zeker als je kijkt naar de huidige investeringen in de accommodatie. Dit jaar wordt de langste tribune van Europa hier in Assen gerealiseerd.”

In 1985 werd de laatste Nederlandse GP gehouden. Het circuit van Zandvoort was destijds gastheer. De huidige circuit-eigenaar prins Bernhard van Oranje liet onlangs in een gesprek met FORMULE 1 nog doorschemeren de kans op een Nederlandse GP ‘klein te achten’. Vooral de entrance fee, minimaal twintig miljoen euro, is volgens hem een groot obstakel.