In Austin onthullen de FIA en Liberty Media hun pakket aan nieuwe regels die vanaf het seizoen 2021 van kracht zullen zijn. De belangrijkste punten zijn dat het met de nieuwe auto’s makkelijker wordt om elkaar op korte afstand te volgen en de teams zullen zich aan een budgetcap van 175 miljoen dollar moeten houden. 

Aerodynamica
Het belangrijkste doel van de nieuwe regels voor aerodynamica is het mogelijk maken van meer close racing. “Auto’s hebben nu 55% van de mogelijke grip als ze een autolengte achter de voorganger rijden, dat moet straks 85% zijn”, vertelt Nikolas Tombazis. Wat de FIA en Liberty Media ook beoogt is het postereffect, de jeugd moet deze auto’s boven hun bed willen hangen.

De bargeboards zullen verdwijnen. De auto’s zullen simpelere voorvleugels hebben, grotere achtervleugels en aerodynamische toepassingen aan de onderkant van de auto voor het zogenaamde ‘ground effect’. Deze zullen voor ‘schonere lucht’ moeten zorgen achter de auto. Het wordt moeilijker om de drag achter de wielen te controleren, onder meer door een simpelere wielophanging.

Tombazis weersprak nog de vrees dat de auto’s op elkaar zouden gaan lijken. “We verwachten nog altijd verschillen te zien in onder meer de neus, de voorvleugel, de sidepods en chassis.” Bepaalde onderdelen zullen volgens voorgeschreven regels geproduceerd moeten worden, hier kunnen teams dus geen eigen invulling aan geven.

Andere veranderingen aan de auto
Het is de bedoeling dat de auto’s robuuster worden, tegen een stootje kunnen. Het heeft wel als gevolg dat ze langzamer worden, de FIA verwacht zo’n drie seconden. De wagens zullen namelijk iets aankomen, met zo’n 25 kilo zal het gewicht uitkomen op 768 kilo. Dat komt door de grotere wielen (18 inch), een zwaardere motor (5 kilo), de gestandaardiseerde onderdelen die zwaarder zullen zijn en ook bepaalde veiligheidsonderdelen in de zijkant van de auto zullen enkele extra kilo’s meenemen.

Het ontwerp van de versnellingsbakken wordt in grote lijnen vastgelegd. Teams ontwerpen een bak voor 2021 en moeten daar gedurende 5 jaar gebruik van maken. Tijdens deze periode krijgt ieder één kans voor een compleet nieuw ontwerp. De FIA denkt hiermee de teams veel geld te besparen dat normaal besteed wordt aan de ontwikkeling van de complexe versnellingsbak.

De cockpits zullen groter zijn, dit om langere coureurs niet uit te sluiten van deelname aan de F1. De wielen zullen een LED-display krijgen, ook zal er een display op het chassis komen. De brandstof moet voor 20 procent bestaan uit biologisch afbreekbaar materiaal, dat is nu nog 10 procent. In de loop der jaren moet dat percentage nog verder omhoog.

He testen van nieuwe onderdelen tijdens de raceweekenden wordt aan banden gelegd. De auto die op vrijdag bij de scrutineering gekeurd wordt, is de auto waarmee geracet dient te worden. Zo is het niet meer mogelijk om last minute onderdelen in te laten vliegen om te testen, ook weer als kostenbesparend bedoeld. Het gebruik van de windtunnel en motordyno’s wordt om diezelfde reden verder aan banden gelegd.

Financiën
Voor het eerst in de historie krijgen de F1-teams te maken met een budgetcap. Ieder team heeft in 2021 175 miljoen dollar te besteden op basis van 21 races. Voor elke extra race komt één miljoen bij. Hierin wordt, zoals verwacht, het marketingbudget, salarissen van coureurs en de top 3 bestverdienende werknemers niet in meegenomen.

Dat betekent voor de grote teams dat ze de broekriem moeten aantrekken, voor de kleinere teams moet er juist geld bij opgeteld worden. Teams die deze regels overtreden, zijn gewaarschuwd. “Je zal je kampioenschap verliezen”, waarschuwde F1-topman Ross Brawn.

Weekendopzet en andere aanpassingen
Het maximum aantal raceweekenden per kampioenschap is vastgesteld op 25. Volgend jaar telt de kalender 22 races. Het format voor de raceweekenden wordt aangepast, in plaats van op donderdag zal het op vrijdag starten met de mediaverplichtingen. Aansluitend zullen de eerste sessies gereden worden. Ross Brawn verzekerde dat de teams niet hoeven te vrezen om tracktime te verliezen. De aanpassing heeft het logische gevolg dat teams een dag later op locatie kunnen aankomen.

Alle teams zijn verplicht om minstens twee keer per seizoen een coureur die minder dan twee Grands Prix heeft gereden, of nog minder ervaring heeft, een vrije training te laten rijden. Hierdoor zullen dus minstens tien en potentieel twintig jonge talenten op de vrijdag achter het stuur kruipen van een Formule 1-auto. Dit seizoen zagen we slechts twee coureurs de plaats overnemen van vaste coureurs tijdens vrije trainingen: Nicholas Latifi voor Williams en Naoki Yamamoto voor Toro Rosso.