Ferrari-president Sergio Marchionne heeft zijn vertrouwen uitgesproken in de technische top die sinds augustus bij de Scuderia aan het roer staat. “We moeten ze de tijd geven.”

Ferrari nam eind juli afscheid van technisch directeur James Allison en heeft hem daarna vervangen door Mattia Binotto, die bij Ferrari’s motorafdeling vandaan komt.

Met de promotie van Binotto heeft Ferrari ook de rest van het technische team geherstructureerd. Daarbij zijn geen grote namen van buiten aangetrokken, maar is intern met poppetjes geschoven.

“Ik denk dat we met deze in augustus doorgevoerde wijzigingen een nieuwe fundering hebben gelegd voor hoe we het qua management benaderen”, wordt Marchionne geciteerd door F1i.com.

“We moeten deze jongens nu de tijd geven”, vindt de Ferrari-president. “Ze doen goed werk en we moeten zien wat het ons brengt, maar ik geloof dat we de juiste oplossing hebben gevonden”, stelt hij.

Zwakke punten
Voor de toekomst is het verder belangrijk te erkennen dat Ferrari niet goed genoeg heeft gepresteerd en haar auto niet voldoende heeft ontwikkeld, zo wordt Marchionne geciteerd door Motorsport.com.

“Met de motor had dat niets te maken, het ging echt om het chassis en de aerodynamica”, windt hij er geen doekjes om. “Dat heeft laten zien waar onze zwakke punten liggen en dat moeten we corrigeren.”

Wat Ferrari’s gebrek aan progressie volgens Marchionne illustreerde, was de strijd met Red Bull. “Begin 2016 waren ze op papier niet sterk genoeg om met ons te vechten, maar op het eind absoluut wel.”

Achter het dominante Mercedes finishte Red Bull als tweede bij de constructeurs, nadat het de tweede plek net voor de zomerstop van Ferrari afpakte. Red Bull scoorde 468 punten, Ferrari 398.