BMW en Honda hebben een klein voordeel in vergelijking met hun rivalen nu de fabrikanten zich er op voorbereiden om hun definitieve motorontwerp te laten homologeren door de FIA. Zoals FORMULE1 RaceReport-medewerker Adam Cooper in augustus al onthulde, moeten de teams na de Grand Prix van Japan hun motorontwerp laten verzegelen. Dit betekent dat deze motoren de races in China en Japan moeten finishen. Teams die hun krachtbron in Japan niet in kunnen leveren, moeten de races in Suzuka en Interlagos finishen.

De motorspecificatie zal daarna vier jaar vastgelegd worden, slechts kleine veranderingen zijn dan nog toegestaan. De motor mag getuned worden tot 19.000 toeren per minuut en in uitzonderlijke gevallen mag de betrouwbaarheid verbeterd worden.

De coureurs die dit weekend met een nieuwe motor rijden en dus op het schema van China-Japan zitten zijn de beide Toyota-, Renault- en Ferrari-coureurs (na Felipe Massa’s motorwissel), Pedro de la Rosa (McLaren), Mark Webber (Williams) en Takuma Sato (Super Aguri).

Met andere woorden: alle fabrikanten voldoen aan de eis om in Japan een motor in te leveren, behalve BMW en Honda. Beide fabrikanten hebben dus wat extra tijd om met hun definitieve ontwerp te komen. Honda heeft nog een extra voordeel omdat hun motoren niet vanuit Europa naar Japan gebracht hoeven te worden.

Na de problemen in de vrije trainingen in Monza heeft Honda wel enigszins pas op de plaats moeten maken. Met name Anthony Davidson was toen de gebeten hond, maar het team heeft er alle vertrouwen in dat de nieuwe specificatie het vol gaat houden na de introductie in Suzuka. ,,De specificatie waar we in Monza zoveel problemen mee hadden, zullen we in Suzuka en Brazilië inzetten”, bevestigt teambaas Nick Fry.

,,De problemen waar we in Monza op stuitten hadden meer te maken met de productie, het lag niet puur aan de zogeheten Stage Four-ontwikkelingen. Daarna ging het prima bij het testen in Jerez, we legden telkens meer dan de minimale 1500 kilometer af. Dus we gaan met deze krachtbron naar Japan en dit is de motor die we de volgende seizoenen in gaan zetten.”

De beide teams die nog aanspraak maken op het kampioenschap, zijn ook niet gevrijwaard van zorgen. Fernando Alonso’s motor ging in Monza in vlammen op en in Jerez blonken de achtcilinders ook niet uit door hun goede betrouwbaarheid, dat was een waarschuwing voor Renault om haar zaakjes op orde te brengen. Zoals ook is gebeurd. Ondertussen was er vrijdag ook een probleem met Massa’s motor, dat moet voor Ferrari wel een reden tot zorg zijn.

,,We hebben er wel een idee over wat nu het probleem was”, zegt Alonso. ,,Dat werd bevestigd in Jerez, waar we precies dezelfde motor hadden want hij ging opnieuw kapot. Dus ergens zijn we nog wel blij ook dat die motoren het niet volhielden. Nu kunnen we dat onderdeel vervangen, terug gaan naar de vorige set-up en alle problemen vergeten.”

Renaults Pat Symonds vertelde dat hij zich geen zorgen maakt. De betrouwbaarheid van de motor gaat niet ten koste van het vermogen. ,,Er is altijd een klein compromis dat je moet sluiten, maar dit is overkomelijk. Voor mij is het geen groot issue, dus ik maak me niet druk.” Symonds geeft toe dat Honda en BMW een voordeeltje hebben met de extra tijd. ,,Onze motor wordt iedere twee weken weer wat beter, dus dat zal bij de concurrentie niet anders zijn.”

Voorwaarde is nu wel dat er minstens één coureur van BMW en Honda de finish haalt in de laatste twee races. Voor de anderen is dit tegelijkertijd een uitwijkmogelijkheid, want zij kunnen altijd nog overstappen op het schema Japan-Brazilië.

Het staat vast dat dit het moment van de waarheid wordt voor de engineers van de motorfabrikanten. Teams die er niet in slagen om in Suzuka of Brazilië een motor in te leveren, moeten het stellen met een specificatie die al eerder bij de FIA is ingeleverd voor het geval dat er iets fout mocht gaan. Enige probleem: dat is dan meteen de krachtbron waar ze het de komende vier jaar mee moeten stellen…